11
Lochteren en andere gedeputeerden rapporteren dat zij conform de
gisteren genomen resolutie met
Elias
Trip,
Joost Willemsz. Nieukercken en
andere kooplieden
op
Moskovië, gesproken hebben. Zij hebben hun
meegedeeld
dat HHM op 6 juni hebben besloten een gezantschap naar de
grootvorst van Moskovië te
sturen
op
commissie
van
het land,
ter
bevordering
van de vrije korenhandel in diens landen. Als voorwaarde stellen
zij dat het gezantschap wordt betaald door de handelaars
zelf, die op hun beurt terugbetaald zullen worden uit de opbrengst
van
de ingevoerde granen.
De kooplieden hebben daarop geantwoord dat zij het geld
voor het gezantschap niet kunnen voorschieten. Zij weten tenslotte niet of
zij
Moskovisch graan mogen uitvoeren en moeten voor veel geld schepen huren. Wel gaan ze ermee akkoord de
kosten voor het gezantschap extraordinaris te betalen uit het uit
Moskovië ingevoerde graan. Voor deze keer zouden HHM de
korenhandel op Moskovië voor alle Nederlanders open moeten
stellen.
De kooplieden verwachten problemen vanwege de schaarste aan tarwe en rogge in het land. Met het oog hierop stellen ze voor een commissaris naar de
koning van Frankrijkof - als hij afwezig is - de
koningin-moeder, en een
andere naar de
koning van
Zweden te sturen om in naam van deze staat om de uitvoer
van een grote
hoeveelheid
graan te verzoeken. Beide koninkrijken hebben
immers de
graanuitvoer verboden.
HHM besluiten het gezantschap naar Moskovië te sturen op commissie en instructie van het land, en de kosten te verhalen op het ingevoerde graan. Zo snel mogelijk moet worden besloten wie de gezant naar Moskovië zal worden, en wie - op kosten van de handelaars en op voordracht van Trip en Nieuwkercken - de commissarissen naar
Frankrijk en
Zweden.
Noortwyck en
Vosbergen zullen de
ambassadeur
van Frankrijk en de
resident van
Zweden verzoeken de uitvoer van graan bij hun
principalen te bepleiten.