13
Resident
Schultetus compareert en dient namens de
koning
van
Denemarken eerst mondeling en naderhand schriftelijk, een
door hem ondertekende en op 11 juni gedateerde propositie in.
1
Hoewel toenmalig president
Beaumont de inhoud van de resolutie van HHM op de brief van de koning
d.d.
24 maart en het op 7 mei door Schultetus ingediende memoriaal
reeds op
pinksterdag mondeling aan de resident heeft
meegedeeld, heeft deze dit nog niet
gerapporteerd
aan de koning om hem niet te ontstemmen. Hij wilde
precieze informatie afwachten over hoeveel geld
overgemaakt zou worden voor het onderhoud van
Glückstadt. Van
Paul de
Wilm
heeft
de resident vernomen dat deze onlangs een wissel van 32.000
rijksdaalder en kort daarop nog één van 11.500
rijksdaalder heeft
overgemaakt aan de koninklijke commissarissen in
Hamburg. Het verzoek om
twee
maanden subsidie herhaalt hij, in het bijzonder omdat de koning hem
dit heeft
gevraagd en opgedragen in een schrijven d.d. Kopenhagen 17 mei.
Schultetus wil duidelijk maken dat de onderhandelingen te
Lübeck niet
in hun eindfase zitten, zoals hier te lande gezegd wordt. De
voorwaarden over en weer worden niet door keizerlijke gezanten,
maar goedmenende particulieren ter sprake gebracht. De koning is
eerder
geneigd tot voortzetting van de oorlogsvoorbereidingen en
heeft
generaal
Morgan al het bevel
gegeven zich naar
de
Eider te verplaatsen en behoedzaam voorbereidingen
te treffen, terwijl hijzelf van plan is vanaf de
Oostzee
tegen
Jutland te strijden. Hij wil zijn hoop niet
vestigen op
een onzekere vrede. Uit het voorgaande blijkt duidelijk de wil
van
de koning om de oorlog voort te zetten. Met het geld dat al naar
Hamburg gestuurd werd voor het onderhoud en het tevreden stellen
van de
officieren van Glückstadt, kan die stad behouden worden. Met
zijn
verzoek vraagt de koning niets uitzonderlijks, maar blijft hij
binnen
de bepalingen van de alliantie. Binnenkort wil de resident naar de
koning afreizen omwille
van
enkele belangrijke zaken en kwesties die het algemeen belang
aangaan,
nadat hij de belegeringswerken van
's-
Hertogenbosch is
gaan bekijken.
HHM laten de voormalige ontvanger-generaal
Doublet een staat opmaken van hetgeen zij de
Deense koning aan subsidie schuldig zijn en van de reeds verrichte
betalingen. HHM willen weten of zonder te bekorten op de
steun
voor het
garnizoen
in Glückstadt en het herstel van de
fortificaties aldaar, de gevraagde twee maanden
subsidie - door de koning elders in zijn rijk te besteden - kunnen
worden betaald.
13/06/1629, 13
1
De in het Duits gestelde propositie is
geïnsereerd
in S.G. 3188.