17
Cornelis Spieringh en compagnie, kooplieden te Amsterdam vragen voorschrijven
aan de
koning
van
Zweden
of,
in het geval deze in
Pruisen is, aan zijn
kanselier. Ze willen dat hij hun
facteur
Cornelis Coy
toestemming verleent voor de uitvoer van duizend lasten te
Danzig
[Gdansk] gekochte rogge, als ware
Coy de commies van HHM. De supplianten bieden HHM in
ruil daarvoor een
deel van de lading aan
bij aankomst. Tevens vragen
zij
voorschrijven aan de
koning van
Denemarken om
zijn
admiraal, kapiteins-ter-zee en officieren in de
Sont
te bevelen de genoemde lading vrij te laten passeren, tegen
betaling
van
de gebruikelijke tollen.
HHM schrijven de Zweedse koning zich welwillend op te stellen omwille van de graanschaarste in de Republiek en de duizend last rogge van de suppliant en diens compagnie vrij te laten vertrekken uit Danzig. De Generaliteit zal tegen een redelijke prijs het deel van de lading dat zij nodig denkt te hebben, overnemen. Verder verlenen HHM het gevraagde voorschrijven aan de Deense koning en de stad Danzig.