28/06/1629, 2

 
English | Nederlands

28/06/1629, 2

2 Jasper Lieffhebber, kapitein op een oorlogsschip, klaagt erover dat hij in Rotterdam door de bevolking belasterd en nageroepen wordt, als zou hij kapitein Blom doodgeschoten hebben bij het veroveren van het vijandelijk schip dat hij onlangs ingebracht heeft. Omdat hij deze kwaadsprekerij en dreigementen niet kan uitstaan, verzoekt hij ofwel uit zijn dienst ontslagen te worden, ofwel als vice-admiraal te mogen uitvaren op het schip van kapitein Tromp.
HHM vragen de Admiraliteit te Rotterdam om inlichtingen over Liefhebbers beweringen. Als hij onschuldig is moet zij hem in bescherming nemen en krachtig optreden tegen het onbeschaamde volk. Dit zal ook aan de magistraat van Rotterdam worden geschreven.