211
De Bije en
Olphert Barentsz., uit
het leger
teruggekeerd met geloofsbrieven van
Z.Exc. d.d. 3 juli, wijzen de
vergadering op het grote geldgebrek van de gecommitteerden in het
leger. Verschillende
ordonnanties voor het uitvoeren van de werken zijn nog onbetaald.
Tevens worden dagelijks verzoeken gedaan om nieuwe werken te
ondernemen, waarvan ook
ordonnanties verleend zouden moeten worden. De galerijen in de
approches en in het
kwartier van graaf
Ernst Casimir van
Nassau en
andere
extraordinaris oorlogsmiddelen moeten in stand gehouden worden. De
leningen
voor de ammunitietros en de legerwagens kunnen niet verkregen
worden,
afgezien van de grote kosten voor het bouwen van molens, het
afdammen
van de
Dieze en het droogleggen van de polders
rond
's-
Hertogenbosch. Voor al deze noodzakelijke
ondernemingen is er geen geld aanwezig, waardoor het land groot en
onherstelbaar nadeel zou kunnen ondervinden. Hoewel er op dit
moment
reeds geld onderweg is, verzoeken beide gecommitteerden toch om op
regelmatige basis geld te sturen.
Aangezien Z.Exc. van verschillende kanten te kennen is gegeven dat het keizerlijk leger naar de Republiek komt, en omdat enerzijds in het leger geen soldaten gemist kunnen worden en anderzijds de
Waal, de
IJssel, de moerassen en de meest
bedreigde grenssteden met waardgelders en garnizoenssoldaten
niet
verdedigd kunnen worden tegen een gecombineerd uitheems -
vijandelijk leger, stelt Z.Exc. voor om een commissaris aan te
stellen
die
kolonel
Morgan en de twee Duitse kolonels
die bij hem zijn,
in dienst moet nemen, met dien verstande dat het aantal soldaten
niet
hoger komt dan zesduizend. Hierbij zijn de vierhonderd Engelsen
die zich nu nog
in
Engeland bevinden en over wie door ambassadeur
Joachimi is geschreven,
inbegrepen. De
indienstneming zou slechts gelden voor drie lange maanden.
Wat de kwestie van de rekruten aangaat, laat Z.Exc. opmerken dat de genomen resolutie niet doeltreffend is. Deze resolutie stelde dat de kapiteins wier compagnieën door strijd of sterfte sterk gereduceerd waren, hun eenheden voor rekening van het land mochten aanvullen, met een vergoeding van driekwart van het normale bedrag per hoofd. Z.Exc. stelt daarentegen voor om, rekening houdend met het komende warme weer en de daarmee gepaard gaande ziekte, de te verwachten grote tol aan manschappen door het naderen van de vijandelijke stellingen en het optrekken van het keizerlijke leger, een commissaris naar Engeland te sturen om daar tweeduizend soldaten te lichten die hier te lande verdeeld kunnen worden over de getroffen compagnieën, temeer omdat duidelijk is dat de soldaten in Engeland goedkoop te werven zijn. De Franse regimenten zou men dan toestemming moeten geven om door hun officieren duizend man te laten werven tegen 8 gld. per hoofd.
Op al deze voorstellen verwacht Z.Exc. een snel antwoord.
De vergadering stelt een besluit uit tot morgen.
06/07/1629, 21
1
Deze resolutie is door een klerk
ingeschreven in S.G. 54.