06/07/1629, 21

 
English | Nederlands

06/07/1629, 21

211 De Bije en Olphert Barentsz., uit het leger teruggekeerd met geloofsbrieven van Z.Exc. d.d. 3 juli, wijzen de vergadering op het grote geldgebrek van de gecommitteerden in het leger. Verschillende ordonnanties voor het uitvoeren van de werken zijn nog onbetaald. Tevens worden dagelijks verzoeken gedaan om nieuwe werken te ondernemen, waarvan ook ordonnanties verleend zouden moeten worden. De galerijen in de approches en in het kwartier van graaf Ernst Casimir van Nassau en andere extraordinaris oorlogsmiddelen moeten in stand gehouden worden. De leningen voor de ammunitietros en de legerwagens kunnen niet verkregen worden, afgezien van de grote kosten voor het bouwen van molens, het afdammen van de Dieze en het droogleggen van de polders rond 's- Hertogenbosch. Voor al deze noodzakelijke ondernemingen is er geen geld aanwezig, waardoor het land groot en onherstelbaar nadeel zou kunnen ondervinden. Hoewel er op dit moment reeds geld onderweg is, verzoeken beide gecommitteerden toch om op regelmatige basis geld te sturen.
Aangezien Z.Exc. van verschillende kanten te kennen is gegeven dat het keizerlijk leger naar de Republiek komt, en omdat enerzijds in het leger geen soldaten gemist kunnen worden en anderzijds de Waal, de IJssel, de moerassen en de meest bedreigde grenssteden met waardgelders en garnizoenssoldaten niet verdedigd kunnen worden tegen een gecombineerd uitheems - vijandelijk leger, stelt Z.Exc. voor om een commissaris aan te stellen die kolonel Morgan en de twee Duitse kolonels die bij hem zijn, in dienst moet nemen, met dien verstande dat het aantal soldaten niet hoger komt dan zesduizend. Hierbij zijn de vierhonderd Engelsen die zich nu nog in Engeland bevinden en over wie door ambassadeur Joachimi is geschreven, inbegrepen. De indienstneming zou slechts gelden voor drie lange maanden.
Wat de kwestie van de rekruten aangaat, laat Z.Exc. opmerken dat de genomen resolutie niet doeltreffend is. Deze resolutie stelde dat de kapiteins wier compagnieën door strijd of sterfte sterk gereduceerd waren, hun eenheden voor rekening van het land mochten aanvullen, met een vergoeding van driekwart van het normale bedrag per hoofd. Z.Exc. stelt daarentegen voor om, rekening houdend met het komende warme weer en de daarmee gepaard gaande ziekte, de te verwachten grote tol aan manschappen door het naderen van de vijandelijke stellingen en het optrekken van het keizerlijke leger, een commissaris naar Engeland te sturen om daar tweeduizend soldaten te lichten die hier te lande verdeeld kunnen worden over de getroffen compagnieën, temeer omdat duidelijk is dat de soldaten in Engeland goedkoop te werven zijn. De Franse regimenten zou men dan toestemming moeten geven om door hun officieren duizend man te laten werven tegen 8 gld. per hoofd.
Op al deze voorstellen verwacht Z.Exc. een snel antwoord.
De vergadering stelt een besluit uit tot morgen.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 54.