6
De declaratie van agent
Brederode voor de periode 31 maart 1628 tot en met 31 maart 1629 wordt
aan de vergadering voorgelegd.
De vergadering stelt thesaurier-generaal
Van Goch de declaratie ter hand met het verzoek deze te onderzoeken
en er, met bijvoeging
van zijn advies, rapport over uit te brengen.