10/07/1629, 18

 
English | Nederlands

10/07/1629, 18

18 Anthoine Mibaise verzoekt in een remonstrantie de kwijtschelding van 4.424 gld. 17 st. 4 p. voor het door de Admiraliteit in het Noorderkwartier in beslag genomen schip van Jan Ettersz. uit Kopenhagen. Dientengevolge moet de genoemde Admiraliteit gelast worden de 10.000 gld. die in beslag genomen zijn bij de Admiraliteit te Rotterdam om daaruit het verschuldigde bedrag te halen, vrij te geven. In de tweede plaats vraagt hij het schip De Witte Duive en enkele andere schepen, opgebracht en geconfisqueerd in Amsterdam, vrij te geven, nadat ze eerder op inwoners van de Republiek waren veroverd, in een haven in Vlaanderen waren aangeslagen en door enkele Fransen uit Calais waren gekocht. Ten derde vraagt hij HHM er rekening mee te houden dat de jezuïeten, samen met enkele Portugese kooplieden, al het zout in Spanje en Portugal hebben gecontracteerd en dat zij bijgevolg de macht hebben om dat zout te laten ophalen door Hollandse en Zeeuwse kooplieden en naar andere landen te transporteren. De jezuïeten zouden ook het plan opgevat hebben om in Holland en Zeeland een aantal magazijnen te bouwen van waaruit het zout verkocht zou worden.
Een beslissing wordt uitgesteld.