16/07/1629, 1

 
English | Nederlands

16/07/1629, 1

1 Gedeputeerden te velde Eysinga en Jensma compareren en delen, krachtens hun geloofsbrieven van Z.Exc. en de overige gedeputeerden te velde d.d. 14 juli en ten overstaan van de RvS , mee dat Z.Exc. hoe langer hoe meer vanuit verschillende hoeken wordt bericht dat het leger van de keizer en dat van de Katholieke Liga onderweg is naar het grondgebied van de Republiek. De Staten van Groningen , hierdoor gealarmeerd, hebben de acht compagnieën te voet die op hun provincie gerepartieerd zijn, teruggeroepen uit de steden in Overijssel waar ze gelegerd waren, samen met de soldaten in Emden. Bovendien zetten ze de Staten van Friesland ertoe aan hetzelfde te doen, zoals blijkt uit de kopie van een missive die aan de vergadering wordt voorgelegd.
Ten tweede berichten de gedeputeerden dat Z.Exc. tevens met klem verklaart dat hij zonder de troepen van maarschalk Falckenberch, gelicht voor de koning van Zweden, het regiment van kolonel Ferents en de troepen van overste Morgan (die eerdaags vanuit Holstein in Het Vlie worden verwacht), alle samen ongeveer zesduizend man, de belegering van 's- Hertogenbosch niet kan volhouden, tot schande en oneer van het land. Indien het beleg zonder deze troepen niet opgebroken zou worden, lopen verschillende belangrijke grenssteden het gevaar ingenomen en onderworpen te worden. Hij verzoekt HHM dan ook zo snel mogelijk in te stemmen met het in dienst nemen van de genoemde zesduizend man, zoals gisteren al door Nobel en Haersolte was voorgesteld, om samen met een aantal andere compagnieën een leger te vormen waarmee men, met Gods hulp, de grenssteden van de Republiek tegen de vijand en diens bondgenoten kan beschermen.
Ten derde stellen Eysinga en Jensma voor om agent Van der Veecken onderhands te laten weten dat, indien het leger van de Katholieke Liga inderdaad op weg is naar de Republiek, zulks verhaald zal worden op de landen van zijn meester, de keurvorst van Keulen.
Tevens stellen ze voor de compagnieën waardgelders, gerepartieerd op de Generaliteit en gelegerd in Dordrecht, Amsterdam, Gorinchem en andere steden, te gebruiken ten dienste van het land in deze gevaarlijke tijden.
Ten vijfde melden de gedeputeerden dat wat de nieuwe rekruten betreft, men reeds zo ver is gekomen dat men 8 gld. per hoofd moet betalen.
Ten zesde berichten ze dat het leger veertien tonmolens heeft aangeschaft, bovenop de twee die al te Bergen op Zoom gekocht waren, die binnen drie weken opgesteld zullen worden.
Nadat het advies van de RvS is vernomen, verklaren HHM dat het terugroepen van de soldaten door de Staten van Groningen zeer bedenkelijk is. Na de tegenwerping dat de provincie deze troepen alleen ter beschikking had gesteld indien zij er vrij over kon beschikken in geval van nood, wordt de zaak daarbij gelaten. Het tweede punt wordt tot morgen in beraad gehouden. De RvS wordt verzocht intussen een staat op te maken van de laatste nieuwe lichting en van de waardgelders. Niettemin wordt de Raad gemachtigd om de sergeant-majoor van het regiment van Morgan samen met een bekwaam commissaris naar Het Vlie te sturen om de soldaten daar op te wachten en tot nader order bij elkaar te houden. Indien deze troepen enige levensmiddelen nodig hebben, moet daarvoor gezorgd worden. Voor het derde punt wordt agent Van der Veecken in de vergadering ontboden, waarop men hem meedeelt dat HHM de neutraliteit tussen henzelf en zijn meester steeds strikt hebben nageleefd, zij dit in de toekomst zullen blijven doen en dat ook van de keurvorst verwachten. Gealarmeerd door de berichten van het naderende leger van de Kaholieke Liga, waarvan de keurvorst het hoofd is, zullen zij zich zo goed mogelijk in staat van verdediging moeten stellen. De vergadering vraagt de agent zijn meester duidelijk te maken dat, indien de troepen van de Liga op enige wijze in dienst van de koning van Spanje of op een andere manier tegen de Republiek ingezet worden, HHM zich op de landen van de keurvorst en de inwoners zullen wreken. Wat betreft het vierde punt wordt de inzet van de waardgelders nuttig geacht. Op beide laatste punten wordt geen besluit genomen.