20/07/1629, 13

 
English | Nederlands

20/07/1629, 13

13 In afwezigheid van Ploos en Haersolte, herhaalt Noortwyck ten overstaan van de RvS het gisteren uitgebrachte rapport. Samen met de genoemde gedeputeerden heeft hij krachtens de resolutie d.d. 18 juli de graaf van Schwarzenberg opgezocht en deze heeft verklaard ten zeerste beducht te zijn voor de executie van de door de keizer gedecreteerde rijksban op de keurvorst van Brandenburg, uitgesproken omwille van de contributies in het Land van Gulik [Jülich], Berg, Kleef, Mark et cetera, waardoor de keurvorst wellicht van zijn onderdanen en landen beroofd wordt. De graaf verzoekt bijgevolg de contributies op te schorten en belooft in ruil op hand en zegel de geleende 100.000 rijksdaalder met rente terug te betalen in vijf termijnen, of eerder, verdeeld in gelijke delen met de daarop vervallen rente. De inkomsten van de landen die in het akkoord met de hertog van Palts-Neuburg aan de keurvorst zijn toegewezen, wijst hij hiervoor in het bijzonder aan. Daarnaast stelt hij als voorlopige regeling voor achthonderd of negenhonderd infanteristen gedurende enkele maanden, totdat het leger ontbonden zal zijn, te onderhouden, waarna men de zaken des te makkelijker zal kunnen afhandelen. De compagnieën ruiters zullen evenwel afgedankt moeten worden. De graaf houdt vol dat de keurvorst, naar proportie van de hem toegewezen landen, tot niets meer dan dat verplicht is volgens de alliantie.
Op verzoek van HHM zal de RvS zijn advies hierover uitbrengen.