1
In aanwezigheid van de
RvS
, besluit de vergadering de
ambassadeur bij de koning van Frankrijk, de
ambassadeur bij de koning van
Groot-Brittannië en
de
ambassadeur in de republiek
Venetië te schrijven dat de vijand de
IJssel is overgestoken en op de
Veluwe actief is, en dat men moedig, maar
tevergeefs
geprobeerd heeft hem te verdrijven. Ze moeten wijzen op de grote
gevolgen
die
het vijandelijke verblijf daar kan hebben en de koningen en
de
republiek verzoeken om snel veel financiële hulp te geven om het
land te redden en de ondraaglijke kosten enigszins te temperen.
De
graaf van Culenborch en
Noortwyck worden
gecommitteerd om de
ambassadeur van de koning van
Frankrijk en de
ambassadeur van
Venetië in
algemene termen de
moeilijke situatie die uit de vijandelijke aanwezigheid op de
Veluwe
volgt uiteen te zetten, en hun te vragen het verzoek van de staatse
ambassadeurs bij hun meesters met ernstige brieven te steunen.