3
Lochteren dringt erop aan om gezien de moeilijke omstandigheden
ontstaan door de invasie op de
Veluwe, de stad
Zutphen per wissel van een grote som geld te
voorzien om de noodzakelijke uitgaven te dekken. De RvS
voert
daartegen aan dat van de 110.000 gld. die in twee keer geleend zijn
van
de
WIC
nog ongeveer 9.000 gld.
over is.
Bovendien is het niet gebruikelijk om naast het onderhoudsgeld
voor
de
garnizoenen, geld naar de grenssteden te zenden.
Oenema is, voorzien van wat geld
en bijgestaan door een
ingenieur, naar
Overijssel en de aangrenzende
plaatsen vertrokken.
Hij
zal het geld daar waar nodig besteden.
HHM machtigen de RvS per wissel 5.000 gld. over te maken aan
Capelle in Zutphen, die het op bevel van de RvS mag uitgeven. De
RvS moet Oenema hiervan op de
hoogte brengen, om misverstand hierover te vermijden.