30/08/1629, 13

 
English | Nederlands

30/08/1629, 13

13 Bruninx, van zijn commissie uit Enkhuizen teruggekeerd, rapporteert dat reeds zes compagnieën van het regiment van overste Ferents waren aangekomen. Deze compagnieën en ander volk waren al bijna in Utrecht. Hij had ook gezien dat resident Aissma en commissaris Hoogenhouck uit naam van HHM met de overste overeen waren gekomen conform het getoonde contract dat hij voor iedere soldaat die hier te lande wordt gemonsterd 6 gld. zou ontvangen en tegelijkertijd een maand soldij voorgeschoten zou krijgen. Echter, de overste had begrepen dat maarschalk Falckenberch 8 gld. loopgeld heeft genoten en die zou hij zelf ook graag krijgen. Ten tweede waren de traktementen van de hoofdofficieren van het regiment alsmede de vergoeding van de wapens van hetzelfde regiment ter discretie van HHM en Z.Exc. gelaten.
In aanwezigheid van de RvS en conform zijn advies stellen HHM op het eerste punt het loopgeld niet te kunnen veranderen vanwege de nadelige consequenties, maar overste Ferents wordt een beloning bij zijn afscheid in het vooruitzicht gesteld, indien de diensten van het regiment en hemzelf aan de verwachtingen van HHM voldoen. Daaraan twijfelen HHM niet. Het tweede punt wordt in beraad gehouden. Verder machtigen HHM de RvS om het regiment naast het garnizoen te Utrecht morgen te monsteren en een voorschot van een maand soldij te regelen om vervolgens het grootste deel van het regiment in garnizoen in Amersfoort te leggen en de rest in Utrecht te houden. Daartegenover zullen ze kolonel Hal met de vier compagnieën die hij bij zich heeft op patent van HHM naar het leger laten vertrekken. Hetzelfde zal over twee of drie dagen gebeuren met het hele regiment van Claus Diderick, dat tegenwoordig garnizoen houdt te Amersfoort en op het Huis Ter Eem.