20
Op voorstel van de
graaf van Culemborg verzoeken HHM de
graaf zu
Schwarzenberg
om de compagnie van de
graaf van
Waldeck in dienst van de
keurvorst te houden, of tenminste
de duizend man
die
conform het afscheid van 31 juli in dienst zullen blijven, te
verdelen
in vijf compagnieën van elk tweehonderd koppen.