10
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 7 sept. op de op 5 sept. overhandigde instructie die het
Hof van Gelderland
heeft gegeven aan
Glimmer en de gecommitteerden van
Nijmegen en
Arnhem.
Het
advies
luidt op het eerste punt dat omdat de stad
Huissen
Kleefs en neutraal is en ook
Hulhuizen buiten het
rechtsgebied van HHM valt, de uitoefening van de mis en de roomse
religie op die plaatsen niet zonder goede reden door HHM verboden
kan worden. Anders zou dit voor de
keizer en andere
rooms-katholieke
vorsten aanleiding kunnen zijn om onder het voorwendsel daartegen
op te
treden, deze landen vijandelijk te bejegenen wat zoveel mogelijk
vermeden moet worden. Wel zal de ingezetenen van deze landen
en met name die van Nijmegen, Arnhem en andere plaatsen in de
Betuwe en
Veluwe streng worden
verboden buiten het rechtsgebied en met name te Huissen en
Hulhuizen, de mis of paapse predikaties bij te wonen,
of hun kinderen de paapse scholen aldaar te laten bezoeken. Met dat
doel moeten oude plakkaten hernieuwd worden of nieuwe gemaakt, met
zware boetes bij overtreding, opdat ze precies worden
nagevolgd.
Conform het advies laten HHM daarom de plakkaten hernieuwen en verzoeken zij het Hof van Gelderland om met name de ingezetenen van Nijmegen, Arnhem en andere plaatsen in de Betuwe en Veluwe te verbieden in Huissen of Hulhuizen naar de mis of de paapse predikatie te gaan.1
Op het tweede punt van de instructie is de RvS van oordeel dat de bescherming van de stad
Emmerik
[Emmerich] prioriteit heeft. De daar in het begin gemaakte
overeenkomst die
de katholieke geestelijkheid tolereert en waar men in
Wezel rekening mee heeft gehouden, moet worden
ontbonden. Van een dergelijk akkoord kan geen sprake zijn zolang
de
paapse geestelijkheid en de jezuïeten
betrekkingen onderhouden met de vijand. Zij dienen
zo snel mogelijk de stad te worden uitgezet en
Overcamp, die tegen het bevel van
de
commandant
in naar 's-
Heerenberg is gegaan, dient te worden
gearresteerd en verhoord. In het ruime klooster van
de jezuïeten kan zich veel [krijgs]volk
schuilhouden en
het
aantal geestelijken is groot. Dit is een gevaarlijke situatie die
snelle besluitvorming vereist.
HHM verklaren dat de gemaakte overeenkomst onderhouden moet worden. Toch machtigen ze
Ernst Casimir en de gedeputeerden van HHM te Arnhem de belangrijkste
belhamels onder de papen en jezuïeten voor een korte tijd uit
Emmerik te doen
vertrekken. De kinderen van de ingezetenen van
de Republiek die in Emmerik door hen worden onderwezen, moeten
naar hun ouders of verwanten worden gestuurd. Daarnaast
verzoeken ze ook een wakend oog te houden op de betrekkingen die de
papen en jezuïeten met de vijand onderhouden, en ervoor te
zorgen
dat zo nu en
dan hun brieven worden onderschept om daaruit nadere informatie te
halen. Ook dient Overcamp in de kraag gegrepen te worden om te
worden verhoord. Voor de deuren
van de jezuïeten moet een schildwacht worden gesteld en
in
het
klooster moet een compagnie soldaten worden ondergebracht.
Op het derde punt vinden HHM conform het advies van de
RvS
dat de plakkaten tegen de komst van de jezuïeten en hetgeen
daarmee
samenhangt, moeten worden vernieuwd.2
Ten vierde oordelen HHM het
raadzaam om voorzichtigheid te betrachten bij de uitgifte van
paspoorten.
Op het vijfde punt oordeelt de RvS dat de
markies van
Bergen op Zoom die neutraal is en in dienst en onder eed van
de
koning van Spanje, niet kan
worden aangetast en gerantsoeneerd. Zolang hij niets doet dat
tegen de neutraliteit indruist, kan niets tegen hem in zijn
neutrale woonplaats worden ondernomen, slechts kan op zijn handelen
en
dat van zijn gevolg worden gelet.
Alvorens hierover te beslissen
vragen HHM Z.Exc. om zijn wijze raad.
08/09/1629, 10
1
Opgenomen in: Groot placaet-boeck I, kol.203-210.
2
Opgenomen in: Groot placaet-boeck I, kol. 203-210.