12
Ter vergadering compareert
Lopes. Hij overhandigt een brief van de
koning van
Frankrijk d.d. 23 juni, geschreven in zijn leger te
Alets.
Hij verzoekt in kracht daarvan uit deze landen naar
Frankrijk te mogen voeren: ten eerste het
koninklijke
schip genaamt Saint-Louis, het
schip voor de
koningin-moeder
genaamd
De Wassende Maan en een wachtschip
zonder naam, met de hele equipage en uitrusting. Ten tweede
verzoekt hij om de uitvoer van het kanon dat hier te
lande is gegoten en getekend met het koninklijk wapen, het
geschut
van
Richelieu,
alsmede het koper,
lood,
en tin dat de koning hier te lande heeft doen aankopen. Ten derde
verzoekt Lopes een vrij paspoort om drie à vierhonderd schippond
geslagen want en honderddertig stukken lood uit te voeren, twintig
of
dertig ankers, vijf of zes masten, linnen, stoffen en rariteiten
voor
een bedrag van vijfduizend of zesduizend kronen. Deze zouden
bestemd zijn voor
de
koningin-moeder en kardinaal De Richelieu. Voor Lopes en zijn
gevolg vraagt hij om een paspoort voor 22 personen en 24 paarden
(hengsten en merries) met bagage.
HHM staan de uitvoer toe van de schepen met equipage en toebehoren, alsmede van het kanon en geschut. Ook honoreren ze het verzoek om paspoorten. De overige punten in het verzoek wijzen ze af.