1
Ter vergadering compareert
Gerrardt van Berckel. Hij rapporteert conform de resolutie van [22]
sept. eergisteren te
Roosendaal met de
heer van
Merquette te hebben gesproken. Hij heeft hem in
kennis gesteld van de mening van HHM over de terugtrekking van de
vijand van de
Veluwe en het verlaten van de
passage
over de
IJssel bij voortgang van de
onderhandelingen
over de bekende zaak. Merquette was eerst zeer ontstemd. Daarna
vroeg
hij of Berckel gelast was daar iets tegenover te stellen,
aangezien de
forten op de Veluwe en aan de IJssel met grote kosten en moeite
waren
opgeworpen en de passage was veiliggesteld. Hij vroeg in het
bijzonder
of HHM de stad
Wezel niet aan de
hertog van Palts-Neuburg wilden
toevertrouwen.
Berckel
had telkens geantwoord niet gelast te zijn daar iets
tegenover
te stellen of beloften te doen. Hij verklaarde dat indien niet
werd voldaan aan de voorwaarde, er geen hoop was op succes in de
bekende zaak. Volgens
hem beschikten HHM over andere middelen om met Gods hulp de vijand
van
de Veluwe te verdrijven en de passage te doen verlaten. Merquette
had
daarop een half uur tijd genomen om zich te beraden, maar liet bij
terugkomst weten niet gelast te zijn op deze zaak. Hij zou in
allerijl
naar Brussel vertrekken, en Berckel de mening van
Isabella maandag doen toekomen.
Hij
meende en hoopte de zaak zo te kunnen geleiden dat HHM
tevredengesteld zouden worden. Berckel zou de zaak als afgehandeld
mogen beschouwen.
HHM zullen het schrijven van Merquette afwachten.