11
Carlaton toont HHM een brief van de
koning van
Groot-Brittannië d.d. Windsor 2 september.
Hij schrijft dat onderdanen van de
koning op verzoek van de inwoners van
Bantam
weer
handel met hen drijven. Zij vrezen zeer dat de ingezetenen van deze
landen in
Oost-Indië hen op last van hun
principalen vijandig zullen bejegenen
en
verdrijven. De koning verzoekt om maatregelen en om een verbod
onderdanen van de koning op schepen van hier naar Oost-Indië in
te
zetten.
Deze brief zal in kopie aan de vergadering van de
Heren Zeventien
of in afwezigheid daarvan, aan de
VOC ter Kamer Amsterdam
worden overhandigd, ter verkrijging van informatie. Er zal op worden aangedrongen in Oost-Indië geen vijandelijkheden tegen de Engelsen te ondernemen.