14
HHM lezen het rekest van
Charles Latfeur en
Philippe Calandrin,
kooplieden te
Amsterdam. Hij schrijft dat de
heer van
Oosterwyck
op
ontvanger
Reael te
Amsterdam
door
middel van een wisselbrief vanuit
Venetiƫ
d.d. 7
sept. op uso 3.000 pond heeft getrokken, te betalen aan
de
supplianten. De ontvanger kon deze wisselbief niet accepteren
zonder
voorafgaande speciale last van de
Staten van
Holland
.
HHM verzoeken de heren van
Holland bij deze opdracht te geven de wisselbrief te accepteren en
toe te zien op de betaling ervan op de vervaldag. Zij zullen dit
doen.
Deze som zal de Generaliteit op de juiste plaats in rekening
worden
gebracht.