15
HHM lezen de remonstrantie van ambtman
Ahr, over de verschillende problemen die zich hebben voorgedaan
bij
de vermindering van het volk van overste
Gent
conform het gemaakte afscheid met de
graaf
van
Schwarzenberg
d.d. 30 juli, alsmede de moeite van Gent om zijn rekening betaald
te krijgen en de reden daarvoor
door de keurvorst gegeven. Ahr verzoekt HHM order te stellen op
deze reductie. Ten tweede laat hij weten dat het volk van graaf
Ernst Casimir van Nassau op het
Huis
Sevenaer [te
Zevenaar] gelegerd, daar mag worden
gelicht. Ten derde
verzoekt hij de drie weggestuurde kanunniken te
Emmerik
[Emmerich] weer in de oude functie
te laten
terugkeren.
Op het eerste punt dient de RvS de gecommitteerde van overste Gent en ambtman Ahr op te roepen voor hoor en wederhoor en daarna de reductie van het volk naar goeddunken reguleren. Op het tweede en derde punt wordt de RvS om advies verzocht.