21
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. aldaar 12 oktober. Zij schrijft dat de oorlogsschepen onder haar leiding waarvan soldij en kostgelden ten laste komen van de verschillende provincies, niet kunnen uitvaren bij gebrek aan geld voor de kostgelden van de kapiteins en de reparaties van de schepen.
HHM zullen de achterstallige provincies manen de soldij en de kostgelden van de officiers en matrozen op de schepen die op hen zijn gerepartieerd prompt te betalen volgens de staat van oorlog te water. Daarnaast zullen HHM bekendmaken dat de heren van
Holland en
Zeeland hebben verklaard hun consenten te
lande te zullen aanwenden voor de zaken ter zee conform de
herhaaldelijke waarschuwingen, tenzij de provincies die eerder in
gebreke bleven dadelijk de achterstallige soldij en kostgelden
opbrengen, alsmede hun quoten in het tweede miljoen.