20/10/1629, 13

 
English | Nederlands

20/10/1629, 13

13 De raad ter Admiraliteit te Amsterdam Lantslot overlegt het schriftelijke verzoek om de Admiraliteit te machtigen te Lünen een kantoor van de konvooien en licenten op te richten voor de aldaar passerende goederen, zoals de vijand een kantoor in de stad Hamm heeft. Ten tweede verzoekt dit arme College zonder krediet HHM om een flinke som geld en te reguleren dat de provincies de toegezegde soldij en kostgeld voor matrozen op de gerepartieerde schepen betalen, alsmede hun quoten in het tweede miljoen voor de equipage en het onderhoud van deze schepen. Ten derde verzoekt de Admiraliteit twee gekwalificeerde personen te nomineren om HHM daaruit een mede-secretaris voor het College te laten kiezen. De huidige secretaris Jacob Laurensz. heeft verklaard in verband met zijn leeftijd en zwakke gezondheid zijn taak niet meer naar behoren te kunnen uitvoeren.
HHM besluiten op het eerste punt dat de raden in navolging van de vijand te Hamm, te Lünen een kantoor van de konvooien en licenten mogen oprichten, en daarvoor een expert-commies van recherche mogen benoemen. Het kantoor te Lünen zal net zolang blijven als het kantoor te Hamm. Op het tweede punt besluiten HHM de provincies nogmaals serieus te schrijven zo snel mogelijk het op de staat van oorlog te water toegezegde geld te betalen voor de kostgelden en soldij van de matrozen op de schepen, alsmede haar quote in het tweede miljoen voor de equipage van deze schepen. HHM zullen de genoemde redenen en de verklaring van de heren van Holland en Zeeland van 16 okt. herhalen. Op het derde punt wordt de Admiraliteit gemachtigd en gecommitteerd om twee gekwalificeerde personen te nomineren om HHM daaruit een tweede secretaris te laten kiezen. Overigens zal deze zolang de huidige secretaris Reael nog leeft en traktement ontvangt, geen traktement ontvangen maar zich tevreden moeten stellen met de emolumenten, inkomsten en voordelen van het secretarisambt. Daarna moet hij de functie vervullen zonder adjunct. HHM zien niet waarom het College door twee secretarissen zou moeten worden bediend.