20/10/1629, 16

 
English | Nederlands

20/10/1629, 16

16 Ter vergadering compareren de gedeputeerden van de VOC . Zij reageren mondeling en schriftelijk op de brief d.d. 2 sept. van de koning van Groot-Brittannië aan HHM, betreffende de handel op Bantam in Oost-Indië die zijn onderdanen van plan zijn te continueren. De Compagnie wordt verzocht, ten eerste, zich te onthouden van vijandelijkheden en, ten tweede, geen Britse onderdanen in dienst te nemen op reizen naar Oost-Indië. Een derde punt betreft de goederen die bij contractatie zijn verkocht en in Zeeland zijn. De gedeputeerden verzoeken die te mogen leveren. Ten vierde vragen zij de voormalige raden in Amboina [Ambon] Jan Joosten de Roij en Roelandt Tayller die aldaar zijn getrouwd, naar vrouw en kinderen te laten terugkeren, op de belofte terug te komen als dat nodig is.
HHM besluiten op het eerste en tweede punt het schriftelijke bericht in kopie te sturen aan Joachimi om dit mee te delen aan de koning. De koning zal worden geantwoord in algemene termen, daarbij verwijzend naar hetgene Joachimi de koning zal meedelen. Het derde punt wordt in beraad gehouden. Het vierde punt wordt opgeschort totdat Henrij Veen uit Engeland is teruggekeerd.