14
Ter vergadering compareert
Walta, raad van State. Hij geeft HHM in overweging om uit de
dienst van het land te ontslaan en in dienst van een andere
machthebber
te laten treden de compagnieën van de kapiteins
Bourgs,
Taffort,
Lindehey en
Lamberum, alsmede
de
regimenten van
Rosecrants,
Holck
en
Ferents. Ook vraagt hij HHM om
het ontslag
van de
Haagse compagnie, de vuurroers van
Vuerssen,
en
de compagnie ruiterkarabijnen van
Ingenieulandt.
HHM machtigen de RvS om dit te overleggen met Z.Exc. De RvS wordt tevens verzocht te letten op het afdanken van de troepen die door
Friesland
en
Groningen
zijn gelicht, alsmede een generale monstering te doen.