4
Gehoord is het verslag van
Essen en de andere afgevaardigden van HHM die in navolging van de
resolutie van gisteren gesproken hebben met Z.Exc. over de
inkwartiering van de regimenten van de oversten
Morgan,
Holck,
Ferents en
Rosecrantz,
alsmede
van 24 vrije compagnieën infanterie in het Land van
Mark en
Kleef.
Na eerder beraad met Z.Exc. en de RvS besluiten HHM
in te
stemmen met de inkwartiering van het bovengenoemde krijgsvolk, van
de
door
Friesland
en
Groningen
ten
laste
van de Generaliteit buitengewoon gelichte vijftien compagnieën
infanterie en drie vanen ruiters, en van de compagnie ruiters van
Soppenbrouck. HHM machtigen de
RvS de genoemde
oversten en de kapiteins van de bovenstaande regimenten en
compagnieën
zo snel mogelijk op te roepen en, na overleg tussen Z.Exc. en deze
officieren, de voorwaarden te bespreken waarop zij zich in de
genoemde
landen inkwartieren om aldaar in hun onderhoud te voorzien. Zij
komen
onder het bevel van een voor alle excessen aansprakelijk hoofd te
staan, leggen de eed af aan de Republiek maar worden niet door haar
betaald. Intussen worden ze betaald afhankelijk van de tijd
die
zij in dienst zijn geweest. Elke compagnie infanterie, zowel
behorend
tot de bovengenoemde regimenten als daarbuiten, moet teruggebracht
worden tot honderd man. De genoemde betaling moet zoveel mogelijk
geschieden uit de door de provincies voor het onderhoud van het
nieuw
gelichte krijgsvolk goedgekeurde 600.000 gld., uit het restant van
het
door de
WIC
tegen rente
verschafte geld en
uit
het geld dat door
Gelderland
,
Holland
en
Utrecht
in het
voorjaar is
beloofd om twaalfduizend man te lichten. Wat betreft de
compagnieën van
deze
twaalfduizend man die onder het bovengenoemde krijgsvolk vallen en
wat
betreft
de rest van het geld dat dit krijgsvolk rechtens toekomt, deze
compagnieën zullen door de RvS over de diverse provincies worden
gerepartieerd en de provincies moeten het benodigde geld zo snel
mogelijk bij het kantoor van de
ontvanger-generaal
inleveren om het genoemde krijgsvolk volledig te betalen.
De gecommitteerden van de provincie
Utrecht verklaren eraan vast te houden dat Z.Exc. en de RvS moeten
beslissen over de voorgestelde inkwartiering. In het geval
dat
de inkwartiering door de oversten wordt aangenomen, moet dit
gebeuren
met de meeste orde en de minste hinder. Zij verklaren geen andere
last
te hebben ontvangen betreffende de lichting die teweeg is gebracht
door
het beleg van 's-
Hertogenbosch en de inval op de
Veluwe, dan zij voor deze tijd hebben
gekregen.