2
Ter vergadering verschenen is de
RvS
. In aanwezigheid van
Z.Exc. beantwoordt de RvS de vraag over de reductie van de vijftig
compagnieën. De reductie van deze in 1628 gelichte
compagnieën
is
volgens een eerdere resolutie van HHM aan alle provincies
bekendgemaakt
door de RvS en is ook door deze provincies uitgevoerd met
uitzondering
van
Holland
.
De gedeputeerden van
Holland verklaren daarop dat zij door hun principalen gelast waren de
compagnieën niet te reduceren maar af te danken.
Na beraad en advisering door Z.Exc. en de RvS besluiten HHM
Culenborch,
Manmaecker,
Tienhoven,
Eysinga,
Haersolte,
Schaffer en van de
RvS
Raedtsfelt en
Jensma op te
dragen
naar de Staten van Holland, die tegenwoordig staatsgewijze
vergaderen,
te gaan. Ze moeten aldaar wijzen op het kleine aantal
compagnieën
te
voet dat men kan gebruiken als het afdanken doorgaat, waarbij de
grenssteden noodzakelijkerwijs bezet blijven volgens de door Z.Exc.
daarover ingeleverde lijst, en erop aandringen dat Holland zich wat
betreft de reductie voegt naar de andere zes provincies.
