19
Ter vergadering verschenen zijn
De Witte en andere extraordinaris gedeputeerden van
Holland. Ze verklaren dat ze, overeenkomstig de op
27
jan. goedgekeurde repartitie van de lopende schulden van de
Admiraliteit tot en met 1627, hun quote van 58 procent
onmiddellijk hebben betaald, niettegenstaande ze dit in drie
termijnen
hadden kunnen doen. Ze verzoeken de andere provincies hun quote van
42
procent in contanten aan
Doublet
te verschaffen
om
daarmee de crediteuren te betalen of in ieder geval zoveel te
verschaffen dat daarmee de matrozen van de
Admiraliteit
te
Rotterdam
die nog meer dan vijftig maanden soldij
tegoed
hebben, betaald kunnen worden om op zee net zo sterk als vroeger te
zijn.
HHM besluiten
Essen,
Van der Dusse,
Bas,
Beaumont,
Tienhoven,
Eysinga,
Ter
Culen en
Winsemius op te dragen de genoemde
repartitie en
de
betreffende resolutie na te kijken en hierover te berichten.