3
De heren van
Holland geven HHM in overweging de zaak van de wapenstilstand levend
te houden en
Berckel de brieven
van
Merquette d.d. 6 dec. en 21
nov.
als particulier te laten beantwoorden. Daartoe moet een
conceptantwoord op naam van Berckel worden opgesteld. Ten tweede
verzoeken de heren van Holland HHM ervoor te zorgen dat de
provincies
hun quoten voldoen in de vanaf 1628 goedgekeurde subsidies voor de
oorlog te water, en zo snel mogelijk
Doublet hun quoten
verschaffen ter betaling van de oude schulden van de Admiraliteit
tot
en met 1627 volgens de op 27 jan. gemaakte repartitie. Hierin wordt
één wijziging aangebracht namelijk dat in plaats van de
crediteuren
en leveranciers volgens deze repartitie te verplichten hun tegoeden
te
ontvangen in de respectievelijke provincies, zij dit geld bij
Doublet
moeten verkrijgen. Mocht betaling uitblijven dan zijn de
Staten van
Holland
vastbesloten hun consenten aan te wenden voor
de oorlog te
water en niet voor de oorlog te land. Ten derde dienen de heren van
Holland het advies d.d. 20 dec. in dat de gedelegeerde rechters
hebben
opgesteld over de door de
extraordinaris
ambassadeur van
de koning
van
Groot-Brittannië op 28 nov. bij de gedeputeerden van HHM
ingeleverde
memorie betreffende
Amboina
[Ambon].
HHM besluiten over het eerste punt het conceptantwoord na correctie te versturen. De heren van
Zeeland en
Friesland verklaren hier niet mee in te
stemmen. Zij willen dat alle onderhandelingen met de vijand worden
afgebroken. Verder verzoekt
Eysinga om een kopie
van
het antwoord die hem is toegestaan. Op het tweede punt besluiten
HHM de
provincies die in gebreke blijven, ernstig aan te schrijven hun
schulden in de subsidies voor de oorlog te water en de oude
schulden
van de Admiraliteit te voldoen volgens de afgesproken repartitie.
De
verzochte wijziging wordt afgewezen. Wat betreft het derde punt,
wordt de
griffier gelast op grond
van het advies
een
antwoord op te stellen.