10
Gelezen is het antwoord van de RvS d.d. 28 dec. over de resolutie van HHM en het appointement op het verzoek van de geestelijke en wereldlijke bestuurders en de inwoners van de
Meierij van 's-Hertogenbosch. Zij verzoeken om overleg met de gedeputeerden van de
Aartshertogin om regels op te
stellen waarnaar
zij
zich moeten richten om op het platteland te blijven wonen en om aan
beide zijden hun lasten te betalen. Dit zou onmogelijk zijn door de
plakkaten die van beide kanten zijn uitgevaardigd betreffende
het
aanstellen van predikanten, het beëdigen van de ambtenaren, het
verheffen van de lenen, het verpachten of pachten van de
belastingen en
andere soevereine rechten. De RvS heeft met Z.Exc. overlegd. Hij
staat
niet vijandig tegenover het voorgestelde overleg ter voorkoming
van
verwarring en een groot verloop op het platteland dat
waarschijnlijk
als gevolg van lopende procedures zal ontstaan. Als voorbehoud
stelt
hij echter dat de soevereiniteit van HHM gehandhaafd blijft. De RvS
heeft nader over deze kwestie beraadslaagd en is tot de conclusie
gekomen dat overleg schadelijk is voor het land omdat er een
compromis
gesloten moet worden over het recht van de soevereiniteit van HHM,
los
van het feit of men in de drie resoluties waarbij de RvS verzocht
wordt
de gerechtigdheid van het land, het gezag van HHM en de veroverde
Meierij vast te stellen, over de dreigementen van de vijand begint
te
twijfelen. De RvS vindt het onredelijk dat de vijand in alle
veroverde
hoofdsteden en de daaronder vallende gebieden vrij zijn soevereine
recht mag uitoefenen en dat dit in het geval van HHM vragen
oproept.
Het recht van de wapens hoort niet uit te maken want het is bekend
dat
de
koning van Spanje na de
verovering van
Antwerpen al het bijbehorende platteland tot zich
heeft getrokken en aldaar de mis, zijn ambtenaren en zijn
belastingen
ongehinderd heeft ingevoerd, net zoals daarna prins
Maurits bij
Lingen
heeft gedaan
en
de koning van Spanje bij de herovering van Lingen. Men verbindt
zich
aan de oude regel dat de leden en landen de gemeenschap waar zij
bij horen, moeten volgen, net als
Kesselaer dat in de
kwestie
Oldenzaal tegen de gedeputeerden van HHM de
laatste
maal te
Roosendaal krachtig heeft doorgezet. De
RvS
ziet niet welk succes het overleg kan opleveren. Willen HHM hun
soevereiniteit en gezag handhaven, dan moeten nu predikanten naar
de
Meierij worden gestuurd, moet de mis stopgezet, moeten schouten
beëdigd worden, lenen verheven worden en belastingen verpacht
worden.
De vijand wil dit verhinderen. Mocht het toch doorgaan, dan wil de
vijand liever verwarring en chaos om daardoor de gerechtigdheid en
vastberadenheid van HHM te breken. HHM kunnen niet iets laten
vallen
zonder schade aan hun rechten op te lopen. Geprobeerd wordt de
Meierij
van de stad 's-
Hertogenbosch te scheiden om het
gebied
alsnog voor de koning van Spanje te behouden. Door de plakkaten van
HHM
te verwerpen probeert de Spaanse koning zijn ambtenaren en
katholieke
godsdienstoefeningen te handhaven. Bovendien heeft hij aldaar
opnieuw
de belastingen laten verpachten. Door het voorgestelde overleg
probeert
men met beleid en dreigementen inbreuk te maken op de rechten van
HHM.
Als men zou proberen het vaststellen van de rechten van HHM op de
Meierij te beletten, zouden HHM bij retorsie over het kwartier van
Brabant en elders zich van rechten kunnen
verzekeren.
Het ergste wat kan gebeuren is dat het platteland korte tijd zonder
godsdienstoefening zit, wat door de geestelijkheid van de vijand
haastig tenietgedaan zal worden. Het is gevaarlijk nu tot een
openbare
bijeenkomst met de vijand te besluiten waartegen in binnen- en
buitenland vreemd zal worden aangekeken. Mochten HHM toch met
overleg
instemmen, dan moet dit gebeuren met zo min mogelijk schade voor de
reputatie van de Republiek, namelijk door bij de bijeenkomst alleen
toe
te staan dat er gesproken wordt over de onwettelijke verstoring
door de
vijand en dat eerdere voorbeelden worden gebruikt. Dit kan zonder
bezwaar per brief gebeuren. HHM behoren het bezit en de uitvoering
van
de plakkaten aldaar te handhaven.
Desniettemin besluiten HHM een bijeenkomst met de gedeputeerden van de Aartshertogin van Brabant voor te bereiden om ze met goede redenen en voorbeelden erop
te wijzen dat HHM de rechten op en het gezag over de Meierij
hebben en
dat HHM niet toestaan dat op deze rechten inbreuk wordt gemaakt.
HHM
dragen dit op aan thesaurier-generaal
Van
Goch
en
één of twee andere door HHM te nomineren heren uit de RvS. De
RvS
moet een instructie opstellen die na overleg door HHM vastgesteld
zal
worden.