9
Ter vergadering compareert extraordinaris ambassadeur
Vane. Hij dient een propositie in, eerst mondeling en daarna
schriftelijk1 . HHM zullen hem schriftelijk antwoorden.
In de propositie wordt gesteld dat de
koning van Groot-Brittannië HHM bij verschillende gelegenheden via zijn ambassadeurs
heeft laten weten een traktaat te willen sluiten met
Spanje op basis van voorstellen
aan de koning
over
teruggave van de
Palts. Besloten is
verder te onderhandelen met de koning conform zijn laatste
voorstel met behoud van zijn eer, restauratie van zijn zwager,
zijn
geliefde zus en neven, en niets te ondernemen
tegen het bestaande verbond met de Verenigde Provincies. De basis
daarvan is teruggave van de Palts, maar ook
de
vrijheid van deze staat. Hierop hebben HHM op 31 dec. 1629
gereageerd
met het bedanken van de koning en het verzoek aan hem om
in de onderhandeling met Spanje behoedzaamheid te betrachten in het
belang van zijn vrienden en geallieerden en met name van de
koning van Bohemen met het oog op
teruggave van
zijn
keurvorstendom de Palts. Daarmee leggen HHM de last van deze zaak
geheel
op de schouders van de koning van Groot-Brittannië. Dat is
niet
in overeenstemming
met
het verdrag van
Southampton. De koning tracht in
de voetsporen van
zijn
voorgangers
te treden, met inachtneming van de oude vriendschap, steun en hulp
die de Staten
altijd hebben ontvangen van Engeland, het
huidige handelsverkeer tussen beide landen, de nabuurschap, het
verbond
en de eenheid van religie. De koning wenst van HHM te horen
of
zij conform het verdrag waaraan zij zich verplicht hebben zullen
instemmen met de voorwaarden van Spanje. De koning en HHM kunnen
dan
een gezamenlijke verklaring doen uitgaan over het
genoemde verbond en het verdrag, zowel tot profijt van de
koninkrijken,
de Republiek, als het publieke belang. De koning verzoekt HHM
om een spoedig schriftelijk antwoord, alvorens de onderhandelingen
over
het verdrag te bespreken. De ambassadeur spoort HHM hiertoe
nadrukkelijk aan.
12/01/1630, 9
1
De in het Frans gestelde
propositie is geïnsereerd in S.G.
3189. Een Nederlandse vertaling is gedrukt:
Aitzema, S. & O. kwarto III,
110-111/folio I,
988.