26/01/1630, 19

 
English | Nederlands

26/01/1630, 19

19 HHM lezen de remonstrantie van de overscheppers, de hoofdmeester en de scheppers van de zijlvesten van Aduard, Winsum en Delfzijl. De hoofdmannen van Groningen hebben zich in strijd met hun instructie inzake het particuliere en het algemene landrecht gepermitteerd de supplianten te benadelen in de jurisdictie die hun sinds mensenheugenis toekomt. De hoofdmannen hebben, het protest van de supplianten ten spijt, een zeker vonnis bij verstek gewezen, ten nadele van schepper Jacob Tonis. Zij hebben dit vonnis daarna aan de genoemde schepper willen opleggen - eerst door middel van beslaglegging en daarna feitelijk - maar deze gang van zaken is wettelijk en naar behoren aangevochten. Naar aanleiding daarvan echter is Johannes Wicherede, secretaris van het zijlvest waaronder Jacob Tonisz. ressorteert, in Groningen gearresteerd en gevangengezet, onder bedreiging dat ook de schepenen van het genoemde zijlvest gevangengenomen zullen worden , waartoe zij met betrekking van Seimen Hendrick Rengers al een mandaat hebben verleend.
De supplianten verzoeken HHM de hoofdmannen te gelasten de secretaris voorlopig uit hechtenis te doen ontslaan en ook alle andere executies waarmee is gedreigd in het niet rechtsgeldige vonnis op te schorten, met dien verstand dat de hoofdmannen de hun toekomende rechten waarop zij menen aanspraak te hebben mogen uitoefenen waar en wanneer zij dat nodig achten en als rechters mogen optreden in de originele en principale zaak.
HHM besluiten deze remonstrantie de hoofdmannen ter hand te stellen om hierop binnen veertien dagen nadat de insinuatie is gedaan, schriftelijk te antwoorden. De hoofdmannen wordt bovendien ernstig verzocht secretaris Wicherode direct en voorlopig uit zijn gevangenschap te ontslaan, met opschorting van alle executies waarmee is gedreigd.