01/02/1630, 17

 
English | Nederlands

01/02/1630, 17

17 HHM lezen de remonstrantie die is ingediend door Jan Loos, voormalige ouderling van de stad Schleiden namens verschillende verdreven en gevluchte burgers en ingezetenen uit Gulik [Jülich], Limburg, Aken [Aachen] en andere plaatsen. Hierin wordt ten eerste aangevoerd dat diverse personen van bijzondere handwerken en ambachten zich in 's- Hertogenbosch willen vestigen, zoals al eerder 57 personen uit de genoemde landen. Voorts wordt verzocht Marsilius Rotarius, verdreven predikant uit Gulik, te beroepen tot uitoefening van zijn ambt in de te 's-Hertogenbosch op te richten Hoogduitse kerk. Ten tweede wordt verzocht het wolweversambt alsmede andere gilden te 's-Hertogenbosch open te stellen voor alle personen van buiten die aldaar komen wonen. Zij zouden vrije inkomsten uit hun gildenambt en het burgerschap moeten krijgen. Ten derde zouden zij vrijgesteld moeten worden van tollen en licenten voor de meubels die zij daarheen transporteren.
HHM besluiten op het eerste punt dat te 's-Hertogenbosch een Hoogduitse kerk zal worden opgericht. Tot de bediening daarvan zal Marsilius Rotarius worden benoemd. Op het tweede punt wordt besloten dat het wolweversambt alsmede alle andere gilden te 's-Hertogenbosch zullen openstaan voor de komende drie jaren. Alle beoefenaars van handwerken en ambachten die zich in 's-Hertogenbosch vestigen zullen de vrije inkomsten van de gilden en het burgerschap genieten. HHM verzoeken de hoogschout en de magistraat van 's-Hertogenbosch te bevorderen dat de wensen van HHM zonder enige vertraging worden nagevolgd. Op het derde punt besluiten HHM dat de meubels van de personen die zich in de stad vestigen, vrij van konvooi en licent zullen zijn. Zij dragen de officieren en de pachters van dit recht op zich hiernaar te richten.