17
HHM lezen de remonstrantie die is ingediend door
Jan Loos, voormalige ouderling van de stad Schleiden namens
verschillende verdreven en gevluchte burgers en ingezetenen uit
Gulik
[Jülich],
Limburg,
Aken
[Aachen] en andere plaatsen. Hierin
wordt ten eerste
aangevoerd dat diverse personen van bijzondere handwerken en
ambachten
zich in 's-
Hertogenbosch willen vestigen, zoals
al
eerder 57 personen uit de genoemde landen. Voorts wordt verzocht
Marsilius Rotarius, verdreven
predikant uit
Gulik, te beroepen tot uitoefening van zijn ambt in de te
's-Hertogenbosch op te richten Hoogduitse kerk. Ten tweede wordt
verzocht het wolweversambt alsmede andere gilden te
's-Hertogenbosch open te stellen voor alle personen van buiten die
aldaar komen wonen. Zij zouden vrije inkomsten uit hun
gildenambt en
het burgerschap moeten krijgen. Ten derde zouden zij
vrijgesteld
moeten worden van tollen en licenten voor de meubels die zij
daarheen
transporteren.
HHM besluiten op het eerste punt dat te 's-Hertogenbosch een Hoogduitse kerk zal worden opgericht. Tot de bediening daarvan zal Marsilius Rotarius worden benoemd. Op het tweede punt wordt besloten dat het
wolweversambt alsmede alle andere gilden te 's-Hertogenbosch
zullen
openstaan voor de komende drie jaren. Alle beoefenaars van
handwerken
en ambachten die zich in 's-Hertogenbosch vestigen zullen de
vrije inkomsten van de gilden en het burgerschap genieten. HHM
verzoeken de hoogschout en de magistraat van 's-Hertogenbosch te
bevorderen dat de wensen van HHM zonder enige vertraging worden
nagevolgd. Op het derde punt besluiten HHM dat de meubels van de
personen die zich in de stad vestigen, vrij van konvooi en licent
zullen zijn. Zij dragen de officieren en de pachters van dit recht
op
zich hiernaar te richten.