111
Lambertus Verhaer, voormalig agent te Tunis, verzoekt betaling van zijn
traktement, van hetgene hem jaarlijks is geschonken,
alsmede van hetgene hem nog toekomt over de 1.000 realen die
Pijnaecker in
Tunis heeft
opgenomen
onder borgstelling van de suppliant. Deze heeft de suppliant
moeten
betalen met opgeld, rente en herwissel.
HHM besluiten dit verzoek met een afrekening die door de
Directie van de Levantse Handel
met betrekking tot deze zaak is ingesteld en die door de Admiraliteit per brief d.d. 20 dec. 1629 is toegezonden, te overhandigen aan
Rantwyck en
Vosbergen. Zij dienen
deze te
onderzoeken, de
suppliant te horen en daarover te rapporteren.
05/02/1630, 11
1
Deze resolutie is door een klerk
ingeschreven in S.G. 55.