6
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. 31 jan., met advies op het bij HHM ingediende verzoek van
Diego Nunes Bellemonte om herziening van het op 10 nov. 1629 door de
Admiraliteit gewezen vonnis. Daarbij werden 298 huiden als restant
van
1.202
huiden verbeurd verklaard, omdat zowel in het aangeven van de
kwaliteit als de kwantiteit door de suppliant was gezondigd.
Indien
HHM het genoemde vonnis niet wensen te herzien, verzoekt hij hun
zo welwillend te zijn om de geconfisqueerde huiden te laten
teruggeven, ter
beloning
van de goede diensten van zijn zoon
Aaron
Querido
bij het bevrijden van 28 personen (officieren en matrozen) van de
vloot
van admiraal
Reael die door
Alarez ter hoogte van
Salé te
land
waren overvallen.
HHM hadden, mede gelet op het advies, graag gezien dat in het vonnis over de 1.202 huiden de plakkaten betreffende de konvooien en licenten met de uitbreidingen daarop waren gevolgd. Alhoewel dit niet is gebeurd, zullen HHM het vonnis niet onderzoeken. In aanmerking genomen dat de suppliant op grond van bewijsstukken aanspraak maakt op een vergoeding van het land vanwege de goede diensten van zijn zoon te Salé met betrekking tot de gevangengenomen officieren en matrozen die met de genadige veroordeling niet teniet zijn gedaan, schenken HHM de suppliant met het oog daarop, en om geen andere reden, de helft van de 298 in beslag genomen huiden. HHM dragen de Admiraliteit op de suppliant de helft van de huiden te doen toekomen.