06/02/1630, 21

 
English | Nederlands

06/02/1630, 21

21 HHM lezen de remonstrantie van Willem Roelsius, fiscaal van de Raad van Vlaanderen. Hij acht zich bezwaard door de akte die op 1 feb. door HHM is afgegeven over de zaak tussen de suppliant en baljuw Roussel, alsmede over de rechtszaak die door hem voor de Raad van Vlaanderen is ingesteld tegen Josias Joosten. Roelsius verzoekt HHM de bevelen die hem op 5 jan. zijn aangeschreven inzake het ontslag [uit arrest] van Josias Joosten in te trekken en hem toe te staan verder te procederen tegen Joosten, of indien HHM daarmee niet instemmen, de suppliant te ontslaan van de kosten die Joosten op grond van de aanschrijving op hem zou kunnen verhalen.
HHM besluiten dat Josias Joosten noch de schade voortkomend uit de rechtzaak voor de Raad van Vlaanderen, noch van zijn gevangenhouding op Roelsius mag verhalen. De 60 gld. die de suppliant op 1 feb. zijn toegekend strekken alleen maar ter vergoeding van de kosten die de fiscaal van zijn kant heeft gemaakt of nog zal maken.