8
HHM lezen het advies van de RvS van 16 maart op de daags ervoor door overste
Ferents aan HHM overhandigde punten.
HHM verklaren op het eerste punt dat Z.Exc. graaf
Willem van Nassau geïnstrueerd heeft inzake diens opstelling wanneer de
vijand en het keizerlijke krijgsvolk de ingekwartierde troepen
naderen. Op het tweede punt - de vergadering van Z.Exc. en de
RvS
op 15 maart
over het bericht van de graaf aan Z.Exc. betreffende de overkomst
van
graaf Jan - bepalen HHM dat een
hoeveelheid levensmiddelen (meel, kaas, mout en dergelijke) voor
een
maand voor vierduizend man te
Duisburg besteld
zal
worden indien dat nog enigszins mogelijk is. Voor dat doel is aan
Cappellen en
Oenema een som
van
28.000 gld. verstrekt, bovenop de 12.000 gld. aan brood die
Marten van Juchen geleverd heeft,
nog
buiten het brood gerekend dat in het begin door het magazijn van
Wezel
is verschaft. Het restant van de toegekende maand soldij zal alsnog
worden aangevuld. Op het derde punt verklaren HHM wat de
fortificaties van Duisburg aangaat, altijd te hebben gemeend
dat de kosten van de fortificatiewerken die gemaakt worden in
[
Gulik en
Kleef]
uit de te innen contributies
zouden moeten worden
betaald. Op het vierde punt verklaren HHM vooralsnog geen
vaste
resolutie te hebben genomen om de compagnie te versterken, maar ze
zullen dit zo spoedig mogelijk reguleren. In elk geval moet hier
goed
op
worden gelet.