181
De heer van
Soelen en thesaurier-generaal
Van
Goch, de
RvS
, alsmede ontvanger-generaal
Doublet hebben HHM gisteren
mondeling verzocht
opdracht te geven het geld waarom in de generale petitie is
verzocht
ten behoeve van de te
's-
Hertogenbosch en omgeving alsmede in de stad
Wezel te maken fortificaties,
in
allerijl op te laten brengen. Ten tweede vragen zij om de
equipagemeester van 's lands bruggen en ponten te
Dordrecht 11.000 gld. te betalen als
rest
van een groter bedrag, ter afbetaling van de reparatie die in 1628
aan
deze bruggen en ponten is verricht en nog 14.000 gld. over
soortgelijke
reparaties aan de bruggen en ponten op dit moment. Ten derde willen
zij
dat aan
Jan Jansen Gernou, kapitein
van de
bruggen
en ponten, evenals aan zijn pontgasten 49.000 gld.
wordt
betaald aan gage over het jaar 1627, en rond de 55.000 gld. over
het
jaar 1629, als rest van een groter bedrag. Zij verklaren daarnaast
dat
de gedeputeerden van
Holland bereid zijn het geld
aan
de equipagemeester en de achterstallen aan de kapitein en de
pontgasten
te voldoen, tegen decharges op hun ordinaris en extraordinaris
consenten van het lopende jaar 1630. De RvS vindt dit niet
raadzaam. Ten eerste, omdat de aard van de consenten daarmee zou
veranderen en ten tweede omdat door de betaling van de genoemde
achterstallen van de kapiteins van de ponten uit het jaar 1627, de
administraties van de voormalige en de tegenwoordige ontvanger
zouden
vermengen, wat HHM nadrukkelijk hebben verboden.
HHM besluiten op het eerste punt de consenten van de provincies op de verzochte fortificaties af te wachten, en op het tweede en derde punt dat de gedeputeerden van Holland de som in deze punten begrepen zullen betalen tegen de
decharges op hun ordinaris en extraordinaris consenten van het
lopende
jaar 1630. Wanneer het de RvS blijkt dat ze hun consenten over
1627, 1628 en 1629 volledig hebben aangevuld, zal door de RvS een
goede
manier worden bedacht en ingevoerd, om vermenging van de
administraties van de
voormalige
ontvanger en de
huidige ontvanger te voorkomen.
Het is de
mening
van HHM dat die administraties gescheiden behoren te
blijven.
21/03/1630, 18
1
Deze resolutie is door een klerk
ingeschreven in S.G. 55.