21/03/1630, 18

 
English | Nederlands

21/03/1630, 18

181 De heer van Soelen en thesaurier-generaal Van Goch, de RvS , alsmede ontvanger-generaal Doublet hebben HHM gisteren mondeling verzocht opdracht te geven het geld waarom in de generale petitie is verzocht ten behoeve van de te 's- Hertogenbosch en omgeving alsmede in de stad Wezel te maken fortificaties, in allerijl op te laten brengen. Ten tweede vragen zij om de equipagemeester van 's lands bruggen en ponten te Dordrecht 11.000 gld. te betalen als rest van een groter bedrag, ter afbetaling van de reparatie die in 1628 aan deze bruggen en ponten is verricht en nog 14.000 gld. over soortgelijke reparaties aan de bruggen en ponten op dit moment. Ten derde willen zij dat aan Jan Jansen Gernou, kapitein van de bruggen en ponten, evenals aan zijn pontgasten 49.000 gld. wordt betaald aan gage over het jaar 1627, en rond de 55.000 gld. over het jaar 1629, als rest van een groter bedrag. Zij verklaren daarnaast dat de gedeputeerden van Holland bereid zijn het geld aan de equipagemeester en de achterstallen aan de kapitein en de pontgasten te voldoen, tegen decharges op hun ordinaris en extraordinaris consenten van het lopende jaar 1630. De RvS vindt dit niet raadzaam. Ten eerste, omdat de aard van de consenten daarmee zou veranderen en ten tweede omdat door de betaling van de genoemde achterstallen van de kapiteins van de ponten uit het jaar 1627, de administraties van de voormalige en de tegenwoordige ontvanger zouden vermengen, wat HHM nadrukkelijk hebben verboden.
HHM besluiten op het eerste punt de consenten van de provincies op de verzochte fortificaties af te wachten, en op het tweede en derde punt dat de gedeputeerden van Holland de som in deze punten begrepen zullen betalen tegen de decharges op hun ordinaris en extraordinaris consenten van het lopende jaar 1630. Wanneer het de RvS blijkt dat ze hun consenten over 1627, 1628 en 1629 volledig hebben aangevuld, zal door de RvS een goede manier worden bedacht en ingevoerd, om vermenging van de administraties van de voormalige ontvanger en de huidige ontvanger te voorkomen. Het is de mening van HHM dat die administraties gescheiden behoren te blijven.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 55.