29
Ontvangen is een brief van vice-admiraal
Quast d.d. Enkhuizen 28 maart. Hij deelt mee dat indien
het schip onder zijn gezag niet gereed is, hij op 1 of 2 april zal
meegaan op het eskader van de
Admiraliteit in
het
Noorderkwartier
dat dan gereed zal zijn uit te varen,
of
op een ander schip van de
Admiraliteit te
Amsterdam
bestemd voor de kust van
Vlaanderen dat omstreeks dezelfde tijd gereed zal
zijn. Ondertussen blijft hij in afwachting van zijn eigen schip, op
voorwaarde dat daarop een kapitein wordt aangesteld die de
goedkeuring
heeft van de Admiraliteit in het Noorderkwartier en
Quast zelf.
HHM zullen de vice-admiraal terugschrijven om hem te bedanken voor zijn ijver. Hij moet met de eerste gelegenheid naar zee gaan. Zijn schip zal in zijn afwezigheid worden bestuurd door zijn luitenant.