3
Ontvangen is een brief van
Joachimi d.d. Chelsea 26 maart, alsmede een proclamatie van de
koning van Groot-Brittanniƫ ten
voordele van de
Eastland Company. Hierin wordt het anderen
verboden uit
Groot-Brittanniƫ laken, karsaaien en soortgelijke
waren naar
het
Oostzeegebied uit te voeren, of waren uit dat
gebied in te
voeren. Uit de brief blijkt verder dat
Burlamachi
Joachimi namens de
Lord Treasurer
heeft gevraagd naar het
precieze bedrag
dat
HHM hebben verstrekt aan het regiment van overste
Morgan. Daarop heeft hij
geantwoord dat het
voorschot volgens de brief die HHM hem eerder hebben
geschreven,
96.000 gld. bedraagt. Hij heeft daarvan geen bewijsstukken in zijn
bezit.
De gedeputeerden van
Holland hebben de proclamatie gekopieerd om deze te bespreken. De
RvS zal aan Joachimi een afschrift sturen van de
stukken en documenten ter verificatie van het genoemde
voorschot, met de aanmaning om onverwijld voor restitutie te
zorgen.