19
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit in Zeeland
d.d. 6 april met een antwoord op de verschillende brieven van HHM waaronder een van 19 maart, aangaande het opstellen van de rekening van hetgene de
VOC
verschuldigd is over het middel van konvooien van de in
Zeeland uit
Oost-Indiƫ aangekomen goederen.
Ten
eerste laat de
Admiraliteit weten dat deze rekening wordt gemaakt. Ten tweede dat
het
schip de Sint Nicolaes van kapitein
Nicolaes Hartman door de daarop dienende
bemanning op zee is overmeesterd en te
Vlissingen is
ingebracht. De Admiraliteit stuurt daarover enige informatie toe.
Ten derde wordt gemeld naar aanleiding van de brief van HHM van 27
maart over het verbieden van de
uitvoer van kabel en harpuis naar
Calais
en omliggende plaatsen, dat het schijfgaren alsmede al het
geslagen
want naar de genoemde plaatsen voor korte tijd verboden mag
worden.
Omdat het eerste punt slechts bestaat uit berichten menen HHM dat hierop geen resolutie wordt vereist. Op het tweede punt besluiten HHM nogmaals aan de Admiraliteit te schrijven met de voormalige kapitein of in zijn afwezigheid iemand van het volk dat met hem gevaren heeft, de situatie van het schip nader te onderzoeken, na te gaan of dit schip gedeeltelijk tot roven en gedeeltelijk tot handel uitgerust is geweest en verder of er geen brieven bestaan waaruit het eigendom der lading kan blijken. Verder moet alles worden gedaan wat deze zaak kan dienen. Het derde punt wordt in beraad gehouden, totdat de adviezen van de andere Admiraliteiten waaraan is geschreven, zijn ontvangen.