17
Jacob de Maker en
Elisabet Pieters,
echtlieden
woonachtig te
Vlissingen in Zeeland, worden gemachtigd in hun
testament op te nemen samen of elk apart te mogen beschikken
over
hun huizen, landen en andere onroerende goederen in de steden en
ambachten van
Axel,
Terneuzen en
Biervliet in
Vlaanderen. Dit is
conform het octrooi dat hun op 24 oktober 1614 is verleend,
ondanks
dat ze zich in de genoemde gebieden niet ophouden, maar in andere
kwartieren en landen van deze provincie.