5
President
Beaumont deelt ter vergadering mee dat volgens Z.Exc. het leger
niet te velde kan trekken voordat de compagnieën ruiters
van
Rouillac en
Tomas
Lucas
zijn betaald. Ook moeten de achterstallen van de dertien
compagnieën
infanterie die eerder op
Gelderland
en
Holland
zijn gerepartieerd, worden betaald. Ten derde moet de beloofde
maand soldij aan de ingekwartierde troepen snel worden
betaald.
HHM besluiten op het eerste en tweede punt af te wachten of de lening van 55.000 gld. doorgaat waartoe door middel van een resolutie op 12 april is besloten. Daaruit kunnen de twee maanden gage voor de twee vanen cavalerie en dertien compagnieën infanterie worden betaald. De extraordinaris gedeputeerden van
Zeeland verzoeken nadrukkelijk om een staat van ontvangsten
van de vijandelijke contributies, omdat het consent van hun
principalen
voor het onderhoud
van de genoemde twee vanen ruiters
hiermee samenhangt. Beaumont zal commies
Verhaer
opdragen zo spoedig mogelijk een staat van de totale ontvangst van
contributies op te stellen. Op het derde punt wordt de
gedeputeerden van
Holland verzocht de quote van de
provincie in
de
maand soldij zo snel
mogelijk te verschaffen.