24/04/1630, 14

 
English | Nederlands

24/04/1630, 14

14 Vice-admiraal Quast schrijft aan boord van het schip Den Hollantschen Thuyn op de rede van Texel d.d. 21 april dat hij gedurende de hele winter en daarvoor bij de Admiraliteit in het Noorderkwartier heeft aangedrongen op zijn rechtmatig aandeel in het door hem in 1628 overmeesterde schip Het Haesgen, in een fluit die door zijn toedoen voor Scheveningen is gestrand, alsmede een bij Kvitholm gestrand schip. De kapiteins hebben dat allang ontvangen. Daarnaast wil hij ook zijn aandeel in de vijf Duinkerkers die hij in 1629 aan strand gejaagd en vernield heeft.
HHM zullen het College schrijven de buitgelden zo snel mogelijk te verdelen.