29/04/1630, 15

 
English | Nederlands

29/04/1630, 15

15 Rode deelt ter vergadering van HHM mee dat de Staten van Utrecht hun quote in de fortificaties van Büderich en Ruhrort hebben betaald, wat soldij voor de twee vanen ruiters van de ritmeesters Rouillac en Tomas Lucas, alsmede hun quote in de 42.000 pond, toegekend aan Z.Exc. de prins van Oranje in verband met zijn extraordinaris en aanhoudende kosten te velde verleden jaar. Hieraan wordt toegevoegd dat te Utrecht de quote in de beloofde maand soldij aan de ingekwartierde troepen onder commando van graaf Willem gereedligt, alsmede die in de 400.000 pond, in mindering te brengen op de legerlasten voor het lopende jaar die men heeft verzocht prompt op te brengen. Hetzelfde geldt voor de quote van deze provincie in de 255.293 pond die tekort zijn gekomen op het onderhoud van de twaalfduizend man die verleden jaar bij de belegering van 's- Hertogenbosch op de been zijn gebracht.
HHM bedanken Rode voor zijn mededelingen en ordonneren ontvanger-generaal Doublet om het geld dat in Utrecht gereedligt door zijn commies te laten ophalen. Uit de communicatie leiden HHM af dat nog niet is beslist over de betaling van het tweede miljoen tot subsidie van de Admiraliteit waarom in 1629 is verzocht, noch over zaken van de zee.
HHM besluiten de provincie Utrecht serieus te verzoeken alsnog zo spoedig mogelijk over het een en ander te besluiten en HHM op zijn laatst vrijdagavond aanstaande hun resolutie te doen toekomen. Gerestein en Tienhoven zullen schriftelijk worden verzocht daarbij de helpende hand te bieden.