14
In de vergadering compareert
Optenoort, raad ter Admiraliteit te Amsterdam. Hij verzoekt HHM
opdracht te geven tot de repartitie van het tweede miljoen tot
subsidie
van de Admiraliteit voor dit lopende jaar 1630, opdat de
verschillende
Admiraliteitscolleges hun contingent in het genoemde tweede miljoen
kunnen verkrijgen. Ten tweede verzoekt hij HHM opdracht te geven
tot
betaling van het schip dat ter directie staat van het genoemde
College en
dat ten laste komt van de Generaliteit. Ten derde heeft
Optenoort
bericht dat de
Admiraliteit te
Amsterdam
de
lijst van de konvooien en licenten te
Emmerik
[Emmerich],
Rees,
Wezel
en
Lünen eendrachtig nakomt. Ten vierde
overhandigt hij aan HHM de
rekening van de tegoeden van de Admiraliteit te Amsterdam bij de
bewindhebbers van de
VOC
.
Op het eerste punt wordt thesaurier-generaal
Van Goch gemachtigd om de repartitie te maken volgens dezelfde
voet als verleden jaar, het tweede punt wordt in overweging
gehouden,
het derde en vierde punt behoeven geen resolutie.