24 - 03 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Het achtste artikel van de op 7 sept. 1625 gesloten alliantie met de
koning van Engeland is, zoals 20 maart besloten, onderzocht.
Tegenover de zestig schepen in
Engeland zullen er hier vijftien worden uitgerust. De Admiraliteiten
in Holland en Zeeland zal worden geschreven hun porties zo spoedig
mogelijk gereed te maken:
Amsterdam
zes
schepen en het
Noorderkwartier
,
Rotterdam
en
Middelburg
elk drie. Zij dienen
HHM van
de
voortgang op de hoogte houden.
Joachimi zal van
dit
besluit in kennis worden gesteld.
2
Ter vergadering worden in aanwezigheid van
Z.Exc. en de
RvS
rapport en advies van de
gedeputeerden inzake
Friesland besproken.
Conform het advies wordt besloten de provincie
Friesland
te schrijven, met een afschrift voor haar leden, dat zij ernstig wordt gemaand de op 28 okt. 1625 beraamde middelen tegen mei in de steden en op het platteland te doen verpachten. Hun onderlinge geschillen hieromtrent dienen zij in vriendschap te schikken of aan een uitspraak van HHM te onderwerpen die dat onpartijdig, met kennis van zaken en volgens de Friese constitutie zullen doen. De mening van de provincie of van ieder lid afzonderlijk zou daartoe voor 1/11 april schriftelijk toegezonden moeten worden aan HHM. Zo niet, dan zal men genoodzaakt zijn [de middelen] door executie te vergaren, aangezien anders de welstand en eenheid van de provincie en haar bijdrage aan de Generaliteitslasten in gevaar komen.
Ernst Casimir zal van dit alles kopie gestuurd
worden teneinde de zaak te
ondersteunen. Z.Exc. en de RvS is verzocht door middel van brieven
aan
de provincie de zaak aan te bevelen.
3
Het gisteren ontvangen verzoek van de
Deense koningwordt op advies van Z.Exc. en de RvS afgewezen aangezien het
met driehonderd man te versterken regiment zelf in het buitenland
is
gelicht en het rekruteren hier te lande en aan de grenzen zo
moeilijk
verloopt dat de compagnieën per 1 april al nauwelijks
voltallig
zijn
te
maken.
Aissema zal aldus worden geschreven om dit bij gelegenheid de koning
duidelijk te kunnen maken.
4
Het verzoek van de Turken in
Rotterdam een akte te mogen hebben voor de verkoop van een hunner
schepen om daarmee een ander schip te kunnen uitreden, is
afgewezen.
Wel zal de Turken attestatie door de
Admiraliteit
of de magistraat
gegeven
worden
als zij een dergelijke verkoop hebben gedaan. Ook zal Admiraliteit
en
magistraat worden geschreven er op toe te zien dat de Castiliaanse
slaven worden vrijgekocht.
5
Calandrini heeft de vier nieuwe Engelse regimenten betaald, maar maakt
bezwaar tegen de voortzetting daarvan. De RvS meldt dat hij bereid
is
deze betaling te continueren uit het overschot van de monsteringen;
als
dat is vervangen kan het bedrag in handen komen van de
ontvanger-generaal.
Niettemin zal
Joachimi worden
geschreven de betaling
van de regimenten te bevorderen of van de
koning
te
vernemen hoe dit moet worden aangepakt aangezien men hier geen
voorschot kan doen.