11/05/1626

 
English | Nederlands

11 - 05 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

11 Fiscaal Silla is ter vergadering verschenen om te rapporteren over zijn verhoor van Johan Carpentier te Culemborg. Hij levert zijn verslag ook op schrift in. De bode die naar Elderen was gestuurd is inmiddels terugkeerd en heeft verklaard dat de baron al naar Brabant was vertrokken, aangezien hij bericht had ontvangen dat zijn echtgenote ernstig ziek was.
HHM laten het erbij.

2 De koning van Frankrijk vindt dat de liquidatie van de schepen die onder Haultain in dienst van Z.M. zijn geweest, in Frankrijk moet plaatsvinden.
Culenborch, Noortwijck, Vosbergen, Boetzeler, Haersolte en Schaffer zijn gecommitteerd tot een gesprek met de Franse ambassadeur teneinde hem duidelijk te maken dat de schepen door vier verschillende Admiraliteiten zijn uitgerust op uiteenlopende voorwaarden. Elk College moet dan ook over de liquidatie worden gehoord, hetgeen een afwikkeling door een gedeputeerde in Frankrijk niet goed mogelijk maakt.
Dezelfde heren zullen met de ambassadeur ook de betaling van het regiment Candale bespreken en hem verzoeken, nu van Sommelsdijck is vernomen dat het geld niet voor half juli beschikbaar is, door lening of kredietstelling tot die tijd in het onderhoud van de troepen te voorzien of anders niet vreemd op te kijken als zij worden afgedankt.
Eerst zal Z.Exc. worden verzocht het pad te effenen door gelijke voorstellen te doen.

3 Aan Joachimi zal worden geschreven vast te houden aan de betaling van de vier Engelse regimenten tot 1 sept. aanstaande en te peilen of de koning de betaling niet met nog een jaar zou willen verlengen. Ook moet hij volharden in de afhandeling van het verschil van mening inzake het overschot, opdat Calandrini weet waaraan hij zich met betrekking tot dat overschot moet houden.

4 Aissema schrijft d.d. Magdeburg 16 april over de nederlaag van Mansfeld bij de brug van Dessau. Er valt geen resolutie.

5 Philips van Hessen heeft als gezant van zijn vader audiëntie verzocht en is door twee gedeputeerden ter vergadering geïntroduceerd. Geassisteerd door dr.jur. Herman Wolffen en op credentie van zijn vader Maurits zet hij uiteen opdracht te hebben zich te vertonen op de bijeenkomst van de koninklijke gezanten [van Denemarken en Engeland] en HHM. Aangezien de gezanten niet zijn verschenen verzoekt hij gecommitteerden aan wie hij in vertrouwen zijn opdracht kan bekendmaken.
Rantwijck, Noortwijck, Vosbergen en Boetzeler zijn gecommitteerd tot dit overleg.
Aangezien in de credentie de naam van landgraaf Maurits bovenaan is gezet wordt eveneens besloten dat de griffier Wolffen zal aanzeggen deze stijl te veranderen, omdat HHM niet gewoon zijn brieven van vorsten op deze wijze te ontvangen.

6 De Gedeputeerde Staten van Groningen schrijven d.d. 26 april dat zij het subsidiegeld voor de Admiraliteiten en de tweede Engelse vloot beschikbaar hebben, maar niet consenteren in het geld voor de uitdieping van de IJssel. Zij verzoeken het slechte buskruit van Coevorden in Groningen opnieuw bruikbaar te mogen maken.
De brief gaat naar de RvS voor een beslissing.

7 Ter vergadering verschijnen de afgevaardigden van Emden die aanvoeren zich nog steeds te onderwerpen aan de beslissing van HHM inzake hun meningsverschillen met de graaf. Zij verzoeken de gedeputeerden van de graaf te bevragen of dat ook voor hen geldt.
Feith, Hindelopen, Vosbergen, Rode, Ter Cuijlen, Schaffer en uit de RvS Sommelsdijck, Van der Lingen en thesaurier-generaal De Bije zullen de gedeputeerden van beide partijen horen en met alle mogelijke middelen trachten hen tot een akkoord te brengen en, indien dit niet lukt, daarvan verslag te doen.

8 De afgelopen vrijdag door de RvS ingediende propositie inzake de 450.000 gld. voor de Admiraliteitscolleges wordt opnieuw in bespreking genomen.
De provincies zal de propositie worden toegezonden met het dringende verzoek daarin zo spoedig mogelijk bewilligen. Ook wordt besloten dat uit het consent een bedrag van 260.000 gld. zal worden terugbetaald aan Holland, dat deze provincie volgens de resoluties van 2 april en 6 mei al op het consent heeft verschaft. Ook zal de Zeeuwse Admiraliteit vanwege haar noodtoestand extraordinaris worden gesubsidieerd uit het consent.

9 De voorwaarden die dr. Opten Oort nu voorstelt zijn volgens de gecommitteerden in deze zaak weliswaar strijdig met de vorige, maar zij en ook Z.Exc. vinden dat een proef met het werk moet worden genomen en dat daartoe 20.000 gld. beschikbaar gesteld moet worden.
De gedeputeerden van Holland willen nog geen besluit nemen.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 3906.