18/06/1626

 
English | Nederlands

18 - 06 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Naar aanleiding van de brief van de RvS d.d. 16 juni hebben de gedeputeerden van Holland verklaard dat er een eind moet komen aan de sessie van de Engelse ambassadeur in de RvS voor zowel Carleton als anderen. Er bestaan namelijk recht noch traktaten waarmee deze sessie kan worden onderbouwd. Men zou dit besluit zo snel mogelijk naar Joachimi moeten sturen zodat deze tijdig Z.M., diens Raad en Carleton op de hoogte kan stellen. De RvS zou hiervan verwittigd moeten worden en ook Carleton, mocht hij hiernaartoe komen en pogen zijn plaats in te nemen.
De overige provincies willen eerst overleg met Z.Exc. Rantwijck, Beaumont, Boetzeler, Ter Cuilen en Broersema zijn tot dit overleg gecommitteerd. Holland zal nog enkele gedeputeerden toevoegen.

2 Men heeft nog niets gehoord over de komst van de heer van Elderen, terwijl de bode heeft verklaard de brief van 10 juni persoonlijk in Dordrecht te hebben overhandigd.
HHM hebben daarom besloten nog eens te schrijven dat Elderen moet komen. Hij moet afdoende uitleg geven van de gesprekken die hij met Carpentier heeft gevoerd, aangezien men die in dit land niet gedoogt.

3 De predikant te Ginneken mag zijn in veiligheid gebrachte meubelen licentvrij terughalen. Bovendien mag hij, tegen betaling van Bosch' licent, twee zakken kalk en een halve last planken halen tot herstel van de kerk in Chaam. Zijn verzoek om levensmiddelen te halen is afgewezen.

4 Robbrecht van Reidt, sluiter van Sonsbeck, klaagt over kapitein Moulert, commandant van Gennep, die hem gevangen heeft genomen omdat hij graan van de vorst van Neuburg aan een neutraal persoon heeft verkocht.
HHM besluiten Moulert te gelasten Van Reidt vrij te laten of te melden waarom hij dat niet doet. Hij mag neutrale personen niet langer lastig vallen als zij neutrale goederen onderling verkopen.

5 Carl van den Campe, drost en rentmeester van het graafschap Megen, is als arrendeur van de tienden van het daarin gelegen dorp Haren toegestaan namens de commandeur van Gemert deze tienden aan neutralen te verpachten. De pachters mogen het graan dat hieruit voortvloeit verkopen als betrof het hun eigen gewas.

6 Het verzoek van de bisschop van Roermond om toestemming en paspoort voor zichzelf, zijn familie en meubelen voor een verhuizing naar Weert is afgeslagen.

7 Het op 13 juni mondeling verstrekte advies van de RvS inzake de scheepsvrachten en het ijken van de schepen is nu schriftelijk ingeleverd. Holland en Zeeland hebben om een afschrift gevraagd.
Er is nog niets besloten.

8 Ten behoeve van dr. med. Hendrick Vos van Kellendoncq zal worden geschreven aan het Vrije van Sluis het proces te beëindigen dat Abraham Stulck tegen hem heeft aangespannen, daar hij anders denegata justitia zal protesteren.

9 De Rotterdamse Admiraliteit heeft de haar op 9 juni toegezonden rekening van de Grote Visserij teruggestuurd met de boodschap daarover niet te kunnen adviseren omdat zij gerelateerd is aan andere, niet meegestuurde rekeningen.
De Grote Visserij zal worden aangezegd deze rekeningen toe te voegen.
De Admiraliteit verzoekt in hetzelfde schrijven om toezending van de in de zaak tegen Bastiaen Janssen dienende stukken, die bij het rekest van Cornelis Aertsen c.s. horen.
Dit wordt toegestaan.

10 De Zeeuwse Admiraliteit stuurt met haar brief d.d. 15 juni de staat mee van hetgeen men in totaal ten achteren is, 1.138.315 gld.
In een andere brief d.d. 15 juni stuurt hetzelfde College Pieter Coorne, secretaris van de Rekenkamer, om conform de resolutie van 9 juni het subsidie van twee maal 11.658 in ontvangst te nemen. Met dit geld hoopt de Admiraliteit binnen drie weken de drie oorlogsschepen toegerust en zeilklaar te hebben.
Doublet is ter vergadering ontboden en aangezegd deze bedragen aan Coorne te doen toekomen en tegelijkertijd met hem de quote van Zeeland in de subsidies voor de Admiraliteiten vanaf 1623 te liquideren.

11 HHM laten, conform het advies van Z.Exc., op het verzoek van Cecil appointeren dat de verlenging van zijn verlof met zes maanden bezien zal worden zodra hij weer in het land is.

12 Op een brief van Languerack d.d. Parijs 3 juni valt vooralsnog geen besluit.

13 HHM lezen een memorie die aan Coenen, klerk van de secretarie van Z.Exc., is overhandigd. Daarin wordt ten eerste verzocht om een uitleg van de sauvegarden die aan de dorpen in Brabant zijn verstrekt en waarin is gesteld dat uitsluitend door HHM aangestelde officieren hun functie mogen uitoefenen. De vraag is of ook de drost van Cranendonck [Maarheze], Eindhoven en andere aan Z.Exc. toebehorende dorpen daaronder valt. In de tweede plaats wordt gevraagd of de drost van Cranendonck hier voor graaf Jan van Tilly zeven koetspaarden mag kopen en uitvoeren en, ten derde, of de heer van Waelwyck hier levensmiddelen volgens bijgevoegde lijst mag halen voor Waalwijk.
De RvS wordt om advies gevraagd.

14 De Admiraliteiten in Noord-Holland en te Dokkum hebben lijsten met gevangenen opgestuurd.
Zij zullen aan de algemene lijst worden toegevoegd.

15 De Admiraliteit in het Noorderkwartier bericht dat de Amsterdamse Admiraliteit de vrouwen van de mannen die op de vloot van L'Eremite zijn, nog twee maanden gage doen toekomen. Zij verzoekt dit zelf ook te mogen doen dan wel te vernemen hoe zij zich hierin dient op te stellen.
Het College in Amsterdam zal worden geschreven HHM te informeren.

16 Pieter Boulissen, fiscaal van de Admiraliteit in het Noorderkwartier, heeft de maandstaten van de konvooien en licenten over 1624, 1625 en het eerste kwartaal van 1626 opgestuurd.
Er valt geen besluit.

171 Tolk Marcus en nog iemand uit het gevolg van de Perzische ambassadeur compareren. Zij laten weten dat de ambassadeur HHM verzoekt om een besluit over het weghalen van de consuls in Aleppo en elders en ook over de 11 juni ingeleverde memorie.
HHM antwoorden dat hierover zal worden beraadslaagd.

18 Van de stad Deventer is een schrijven ontvangen waarin zij HHM vraagt te beslissen over de zaak van muntmeester Claes Meinerts.
De muntmeesters-generaal Van der Meiden en Nispen en ook fiscaal Brienen worden met dit doel naar Deventer gestuurd. De zaak is uitgesteld totdat zij verslag uitbrengen.

19 Gerrit van Schoonhoven en Joost Brasser geven te kennen dat zij nog 50.000 gld. tegoed hebben van de 200.000 gld. die ten laste van HHM zijn geleend en dat per 16 juli ook de resterende 100.000 gld. komen te vervallen.
Hun voorschot zal worden voldaan.

20 De ambassadeur van Frankrijk verzoekt voor zijn eigen voorziening vier voeder rijnwijn naar de Republiek te mogen brengen.
Met een beslissing wordt nog gewacht.

21 De gedeputeerden van Holland stellen voor aan de bij het subsidie van Venetië betrokken contractanten te schrijven dat zij geen geld meer mogen uitkeren totdat in Venetië een ander besluit is genomen over de voortzetting van de financiële steun. Zij zouden HHM per ommegaande moeten berichten over de hoogte van het door hen voorgeschoten en nog niet terugbetaalde bedrag. Tevens zou op indringende wijze aan Venetië geschreven moeten worden het secours conform de alliantie te verlengen.
Een dergelijk schrijven aan de contractanten zou in Venetië tot de veronderstelling kunnen leiden dat de Republiek afziet van de voortzetting van het subsidie of die in elk geval niet meer verwacht. Daarom besluiten HHM de RvS en Doublet aan te zeggen bij de contractanten geen geld meer op te nemen en dat laatstgenoemde een staat van de inmiddels ontvangen bedragen zal maken. Er zal wel een indringende brief richting Venetië gaan.

22 Op voorstel van de gedeputeerden van Holland zal een aparte conferentie worden gehouden tussen gecommitteerden van Holland en, namens de overige provincies, Rantwijck, Beaumont, Boetzeler, Ter Cuilen en Broersema over de openstelling van de handel met de neutralen.

1 Deze resolutie is gedrukt: Dunlop, Bronnen Oostindische Compagnie Perzië I, 699.