03 - 08 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Catharina van Camphuisen, weduwe van
Willem Janssen,
voormalig
ruiter in de compagnie van kolonel
Cecil,
verrzoekt
voorschrijven aan die van
Coesfeld ter voldoening
van
haar vorderingen en inmiddels gemaakte kosten.
Het verzoek gaat naar de RvS voor een beslissing.
2
Bicker,
Ter Cuilen en
Gruis
zijn teruggekeerd uit het leger en doen in aanwezigheid van de
RvS
verslag van hun
beraadslagingen met
Z.Exc.
en de gedeputeerden te velde over
Emden. Z.Exc.
meent
dat men het antwoord van Emden op het aan de stad gerichte
schrijven
uit juli moet afwachten. Indien dat antwoord uitblijft of te slap
is,
zouden enkele gedeputeerden gezonden moeten worden om de gevreesde
rampen te helpen voorkomen en met de opdracht de uitspraak van de
gecommitteerden van HHM d.d. 14 feb. te doen uitvoeren. Zij zouden
ook
maatregelen moeten treffen op het punt van de middelen.
Op advies van de RvS is besloten de raad van Z.Exc. te volgen en het antwoord uit Emden af te wachten.
Dezelfde heren rapporteren ook dat Z.Exc. en de gedeputeerden te velde aanbevelen de vier nieuwe Engelse regimenten, zowel die al te velde zijn als die nog in garnizoen liggen, te betalen. De provincies zouden de legerlasten moeten opbrengen.
Besloten wordt met de betaling voort te gaan conform de resolutie van donderdag 30 juli. Zodra de gecommitteerden in het leger om verdere maatregelen vragen zullen HHM dit antwoorden. De RvS zal met
Calandrini spreken om het geld voor het onderhoud van de nog in
garnizoen liggende troepen te lenen. De RvS wordt ook verzocht de
provincies die hun legerlasten nog niet hebben opgebracht ernstig
te
manen.
3
Rantwijck en de anderen heren die op 29 juli zijn gecommitteerd tot de
zaak van de
IJssel, hebben hun bevindingen
aangaande
het nieuwe akkoord met dr.
Opten
Noort
gerapporteerd.
De RvS mag volgens de nieuwe voorwaarden met Opten Noort een akkoord sluiten. Het artikel waarin wordt gesteld dat hij niet verplicht kan worden tot het optrekken van particuliere kribben, moet echter uit het akkoord worden gehaald omdat het overbodig is. Hij dient binnen drie jaar vanaf de
Schenkenschans
['s-Gravenwaard] tot aan de schans bij
Cothen een diepte van
vijf voet op de laagste punten van de IJssel te realiseren en een
breedte van minimaal dertig roeden. Hij dient op zijn kosten
gedurende
twee jaar die breedte en diepte te onderhouden waardoor de IJssel
voor
alle schepen bevaarbaar is en schepen elkaar zonder probleem kunnen
passeren. Hij ontvangt 160.000 gld. vrij geld, te betalen in
gedeelten
en onder cautie van restitutie, mocht hij de voorwaarden niet
kunnen
nakomen.
4
De
keurvorst van Brandenburg verzoekt d.d. Cölln a/d Spree [Berlijn ]1 juli te willen
negeren
hetgeen door
Spierinck namens de
hertog
van
Palts-Neuburg zal worden voorgelegd inzake het in 1624 te
Düsseldorf gesloten traktaat tussen de hertog en
Schwarzenberg over de executie
van
Gulik
[Jülich]. Georg Wilhelm laat zijn
brief vergezeld
gaan
van een uiteenzetting van de bezwaren tegen het traktaat en de
daarop
genomen resolutie en verzoekt HHM hem daadwerkelijk te helpen bij
de
executie van de contributies.
HHM bewaren de documenten tot er later passend gebruik van kan worden gemaakt.
5
De RvS dient te adviseren over de door die van
Werth ingeleverde lijst met levensbenodigdheden.
6
De RvS heeft geadviseerd het op 31 juli ingediende rekest van olieslager
Jacob Claessen af te wijzen.
HHM besluiten conform het advies.
7
Alida Hugen, dochter van
Hugo Geenen,
verzoekt de
Bewindhebbers van de VOC te
Amsterdam
op
te
dragen haar als universeel erfgename de goederen van haar broer
Geen Hugen Schapenham,
vice-admiraal
en
later admiraal op de vloot van Jacob
L'Eremite, te doen toekomen.
De
Bewindhebbers zouden die hebben verduisterd.
Het rekest gaat naar de Bewindhebbers voor een reactie.
8
Bicker,
Ter Cuilen en
Gruis
laten weten dat
Diderich Halewijn
verzoekt de
steden
te schrijven de schippers uitsluitend te betalen indien zij zijn
attestatie meebrengen.
De ordonnantie voor de commissaris-generaal van de schepen zal worden gedrukt en gaat dan naar de provincies, zodat de steden zich in de betaling daaraan kunnen houden.