09 - 10 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ondanks het verzoek om uitstel van
Gruault is de
Franse ambassadeur
akkoord met de
publicatie van de uitspraak in de arbitragezaak. De stukken die
Gruault
wil toevoegen hebben voornamelijk betrekking op de vaststelling van
de
geleden schade en niet op de hoofdzaak. De
griffier
zal aan elk der ambassadeurs een exemplaar van het door hem
ondertekende vonnis1 doen
toekomen.
Kapitein
Abraham du Quesne wordt veroordeeld in de door de Staten-Generaal te taxeren
kosten en schade, ontstaan aan en geleden door de
Saint
Jean l'Évangéliste, in 1615 uitgevaren
voor de
walvisvaart op de kust van
Noorwegen. De door de
Deense vloot onder admiraal
Giede van
Tonnerup aan het door Du Quesne c.s. in 1618 uitgeruste
schip Le Fidèle François
berokkende schade
zal door Tonnerup dienen te worden vergoed. Deze admiraal wordt ook
veroordeeld in de kosten en schade onstaan aan en geleden door het
door
baron de
Chapelaines uitgeruste
schip
Le Lion d'Or. De Deense vloot heeft dit
schip genomen en naar
Oost-Indië
gebracht.
2
Predikant
Pomeranus mag voor driekwart vrij en op een in te leveren lijst
levensmiddelen naar
Leur
[Etten-Leur]
brengen.
3
De gedelegeerde rechters in de zaak van de
Rotterdamse Admiraliteit
compareren en doen verslag van de door hen uitgesproken vonnissen. Bepaalde personen hebben zich op arglistige en naar staatsdiefstal riekende wijze geld toegeëigend. Zij zijn veroordeeld deze bedragen in viervoud te restitueren. Degenen die niet van staatsdiefstal kunnen worden beticht is enkelvoudige restitutie opgelegd, naast een geldstraf.
Sedert de eerste uitspraken zijn nog vonnissen gevolgd tegen ontvanger
Adriaen Vroesen, klerk
Adriaen Brants en
adjunct-equipagemeester
Jacob van der
Laen. Deze
uitspraken en een memorie waarin de rechters nog negen personen
hebben bevolen bepaalde bedragen aan het kantoor van de
Admiraliteit
terug te geven worden HHM overhandigd.
Het vonnis tegen
Thomas van Bemmel is nog niet uitgesproken omdat hij niet is verschenen op de
aanschrijving. Ook tegen
Cornelis Frederixen
Gouwenaer is geen vonnis uitgesproken omdat de rechters
een
gerechtelijke attestatie hebben ontvangen van burgemeester Henrick
Nobel, raad en vroedschap
Joost Adriaenssen
van Coulster en vroedschap
Christoffel van
Schie. In deze verklaring staat dat zij als
mede-gecommitteerden in het onderzoek naar de misbruiken in het
Admiraliteitscollege Gouwenaer hebben beloofd zich sterk te maken
voor
de handhaving van zijn goede naam en eer in het geval hij ronduit
de
waarheid
heeft gesproken, slechts heeft uitgevoerd wat hem is
opgedragen
en geen geld heeft aangenomen dat hem niet toekwam.
De rechters willen hun vonnis dan ook niet uitspreken alvorens
in dezen een resolutie van HHM te hebben vernomen.
Door het overlijden van
Van der Voort en
Calff hebben de rechters
beslist hun
zaak in een ordinaris proces tegen de erfgenamen te vervolgen. Ook
tegen de
heer van
Raephorst, die enige
punten uit de aanklacht heeft ontkend, wordt de zaak in ordinaris
proces voortgezet. Tot slot zetten de rechters
uiteen dat zij uitsluitend de uitspraken en niet de complete
vonnissen
hebben ingeleverd omdat zij de bekendmaking van de volledige
teksten
een punt van overweging vonden. Zij zullen zich echter voegen naar
hetgeen HHM in dit opzicht wensen.
HHM besluiten dat de rechters het vonnis tegen Van Bemmel moeten uitspreken en in het geval van Gouwenaer moeten zij een passende beslissing nemen nadat zij zijn nagegaan of diens onthullingen niet strijdig zijn met de voorbehouden van de attestatie van Nobel c.s. Ook in de zaken tegen Raephorst en de erfgenamen van Van der Voort en Calff dienen de rechters de zaken naar behoren af te wikkelen. Over het wel of niet inleveren van de gehele tekst van de vonnissen zullen HHM morgen een besluit nemen. De dicta en de memorie over de negen personen zullen evenwel ook naar de Admiraliteit in Rotterdam worden gestuurd opdat zij de daarin verordende boeten en bedragen kan vorderen.
4
Inzake het gisteren besproken fiscaalschap te Rotterdam zal de
Admiraliteit
bericht worden dat
Van den Brouck uitsluitend als fiscaal en niet als raad ter Admiraliteit
actief zal zijn. Conform artikel 68 van de instructie mag hij wel
deelnemen aan het beraad, maar niet aan de besluitvorming.
5
Van de
prinses van Portugal is een brief met complimenten d.d. Genève 1 sept.
ontvangen.
Het schrijven vereist geen resolutie.
6
Van kapitein
Dorp, commandeur op de kust van Vlaanderen, is een lijst
ontvangen van de daar kruisende kapiteins.
Er valt geen resolutie.