03/12/1627

 
English | Nederlands

03 - 12 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Ter vergadering compareert luitenant-admiraal Dorp met commandeur Quast. In aanwezigheid van de gedeputeerden van de Admiraliteiten rapporteert hij over zijn werkzaamheden in het vervolgen van vijandelijke schepen. Daarnaast overhandigt Dorp een memorie waarin hij de situatie op de kust en de bestrijding van de vijand aan de orde stelt.
Dorp moet zijn journaal schriftelijk indienen. Zijn memorie zal aan de aanwezige gedeputeerden voor advies ter hand worden gesteld.

2 HHM lezen het op 27 nov. door resident Vosbergen en koopman Joost Brasser gesloten akkoord. Brasser heeft toegezegd de koning van Denemarken te voorzien van 90.000 gld. Hij heeft daarvan al een kwart betaald en wacht op bericht van de koning of hij de rest in geld of een gedeelte ervan in wapens moet verschaffen. Vosbergen heeft hem geassigneerd op de contanten van het subsidie voor de Deense koning. Brasser verzoekt om betaling van de 90.000 gld. in geld of in obligaties van Doublet.
HHM accepteren de assignatie en laten Doublet onmiddellijk een obligatie van dit bedrag geven aan Brasser, te betalen zonder rente over acht maanden na vandaag. Blijft hij in gebreke dan beloven zij zes en een kwart procent rente per jaar te betalen, ingaand na afloop van genoemde acht maanden, de betaaldag inbegrepen. Zij stellen alle Generaliteitsmiddelen en inkomsten garant om daaruit de obligatie te betalen, met name de bedragen die door de provincies betaald zullen worden voor het Deense subsidie waarvan de termijnen vanaf maart zijn verschenen of nog zullen verschijnen. Brasser dient 25.000 gld. van de 90.000 gld. naar Glückstadt over te maken naar de commissarissen van de koning aldaar (wat hij heeft beloofd), om met medeweten van resident Aissema en commissaris Hogenhouck indien hij daar nog is, aangewend te worden voor het onderhoud van de nog op de Elbe aanwezige soldaten van de koning. Indien de koning verklaart het resterende geld ook op de Elbe te willen hebben, moet Brasser dat eveneens daarheen overmaken.
De rente van de 90.000 gld. beloopt over een periode van acht maanden 3.750 pond tegen 40 groten. Vosbergen heeft aangenomen deze rente ten laste van de koning te dragen. Ook dit bedrag is geassigneerd op HHM.
HHM zullen deze assignatie ten bedrage van 3.750 gld. accepteren. Doublet moet zich door middel van een eenvoudige obligatie verplichten deze over acht maanden te betalen, zonder rente te beloven over de periode erna. Deze willen HHM niet dragen, maar ze zullen bevelen dat deze som betaald wordt.
Verder zal nog met Brasser worden overeengekomen 50.000 gld. naar de Elbe over te maken voor het onderhoud van het volk aldaar. Inzake de memorie van Detleff van Buchwolt d.d. 1 dec. zal eerst met Z.Exc. en daarna met Buchwolt gesproken worden wat nog verder daarheen moet worden gezonden.

3 De gecommitteerden van HHM rapporteren dat de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten het verzoek van de pachters van het kwart om een vergoeding in verband met het sluiten van de licenten ongegrond vinden. Deze licenten waren al gesloten aan vijandelijke zijde, toen zij deze pachtten.
HHM willigen het verzoek daarom niet in.

4 HHM behandelen het verzoek van de generaals van de konvooien en licenten d.d. 23 april om een kwart van de door de pachters ontvangen boeten en confiscaties te mogen halen uit het derde part dat het land in deze boeten en confiscaties geniet.
Op advies van de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteiten in Rotterdam , Amsterdam , Zeeland en het Noorderkwartier wordt besloten dit kwart niet af te trekken van 's lands portie, maar door de officieren van het land te laten opbrengen. Dit besluit zal na het verstrijken van de lopende pachtperiode worden toegepast. Bij de verpachting moet worden bekendgemaakt dat voortaan alle gemaakte onkosten eerst van de geconfisqueerde goederen en boeten zullen worden afgetrokken. Indien de confiscatie dan nog zuiver 100 gld. bedraagt, zal daarvan de pachters een kwart toebedeeld worden, het land een derde in de resterende 75 gld., de fiscaal over zijn twaalfde part in de resterende 50 gld., 4 gld. 3 st. 4 d. De resterende 45 gld. 16 st. 8 d. worden verdeeld: de ene helft is voor de commies-generaal en de andere helft voor de cherchers. Andere sommen worden naar evenredigheid verdeeld. Het nadere verzoek van de generaals hun aandeel in hetgeen de kapiteins op de rivieren in beslag nemen te mogen ontvangen, wordt ingewilligd.